Voor de meeste bedrijfstypen met plantaardige producten zal 2016 volgens de inkomensraming van Wageningen Economic Research (voorheen LEI) de boeken ingaan als een jaar met goede resultaten. Voor glastuinbouwbedrijven is 2016 zelfs een bijzonder goed jaar.
Het gemiddelde inkomen uit bedrijf voor de land- en tuinbouwbedrijven in 2016 wordt geraamd op ongeveer €53.000 per onbetaalde arbeidsjaareenheid, het equivalent van een fulltime ondernemer. Dat is een stijging van €6.000 ten opzichte van 2015.
Met bijna €520.000 inkomen per bedrijf wordt er op glasgroentebedrijven het beste verdiend. Dat inkomen moet wel worden verdeeld over meerdere ondernemers per bedrijf: per zogeheten onbetaalde arbeidsjaareenheid blijft er een nog altijd mooie €313.300 over. In 2015 was dat nog een recordbedrag van €342.200. In 2011 was het minus €27.100.
Geen inkomensstijging dus in de glasgroente. Die was er ook niet bij vollegrondsgroentebedrijven. Daar ging het inkomen per bedrijf omlaag van €99.400 naar €77.500 en per ondernemer van €66.300 naar €52.400
Groei in fruit
Wel zat er dit jaar weer wat groei in de fruitsector, zij het op een over het geheel genomen lager niveau. Per bedrijf bleef er €43.800 over, per ondernemer €30.200 (tegenover €22.800 in 2015).
Elders in de land- en tuinbouw, met de siertelers onder glas en de varkensbedrijven, ging het goed. De grote verliezers waren de melkveehouders, vooral door een gemiddeld lage melkprijs.
Lees op Boerderij.nl meer over de inkomens in de akkerbouw en de veehouderijsectoren
Riante marge onder glas
Tussen de bedrijfstypen in de voedingstuinbouw zijn er grote verschillen in bedrijfsopzet en marge. Bij de glasgroentebedrijven bedragen de opbrengsten gemiddeld meer dan €2,5 miljoen per bedrijf, terwijl het bij vollegrondsgroentebedrijven gaat om €528.000 en bij fruitbedrijven om €390.000 omzet per bedrijf.
Bij de glasgroentetelers resteert in 2016 20,4% van de opbrengsten als inkomen van de ondernemersgezinnen. Ook in dit percentage blijkt het goede resultaat van de glastuinbouw in 2016. Over een langere periode bezien (2010-2015) resteerde daar namelijk gemiddeld maar 8%. Bij vollegrondsgroentebedrijven blijft dit jaar 14,6% van de opbrengst over als gezinsinkomen en bij fruitbedrijven is dat dit jaar 11,2%.