Martin Peeters in Venray-Heide ondervindt nog steeds de gevolgen van het vele water en de hagelbui van 23 juni. “Rabarber is een meerjarige teelt, de gevolgen zullen we zeker volgend jaar maar misschien ook nog wel het jaar erop merken. Zover kan ik niet vooruit kijken en niemand heeft ooit zoiets al meegemaakt. We leven dus van dag tot dag, kijken waar we tegenaan lopen en proberen daar weer een oplossing voor te vinden.”
Voor een deel van een perceel was de enige oplossing frezen, want die planten zijn gaan rotten in de grond. Op een ander perceel zijn de harten van de planten weggerot, maar beginnen de planten op de zijwortels weer jonge wortels te vormen en uit te lopen. “Als die planten rondom de rotte plek huidweefsel gaan vormen, dan heb je kans dat die rotte plek zich niet verder kan doorzetten. In dat geval groeien ze volgend jaar weer verder en kunnen we kijken wat we daarvan qua productie in 2017 en eventueel in 2018 kunnen verwachten. Niemand die daar een zinnig woord over kan zeggen. Hoe de komende winter zal verlopen, is ook nog afwachten, en zal hierop ook invloed hebben. Misschien wordt het een winter met goed drogend (vriezend) weer. Dat zou gunstig kunnen zijn.”
Het vele onkruid werd half september aangepakt met een rijenfrees, omdat het meeste onkruid tussen de rijen stond waar eerder een woelpoot door de grond ging om weer lucht in de grond te krijgen. “Zo’n 80% van het onkruid is nu opgeruimd. De rest accepteren we maar.”
Proefrooiingen opzetten
Van twee percelen werden proefrooiingen gedaan, die planten staan bij een collega in de koeling. Over drie tot drieënhalve week zullen die door die collega worden opgezet tussen zijn eigen planten. “Dan kunnen we eind november/begin december beoordelen wat nog de potentie van die planten is. Delen zijn gerot, delen ook niet. Hoe zal dat gaan uitpakken?”, vraagt Peeters zich op 6 oktober af. “Normaal zouden we over 3 weken volop aan het oogsten zijn geweest. Nu zijn we min of meer werk aan het zoeken om bezig te blijven. De oude koeienstal hebben we al afgebroken…”
AUTEUR STAN VERSTEGEN