In 2015 startte in België een 4-jarig project ter bestrijding van ritnaalden. Afgelopen jaar is de mate van verspreiding geïnventariseerd en ook welke soorten ritnaalden voorkomen. Het doel is ritnaalden op geïntegreerde of biologische wijze beheersbaar te krijgen.
Binnen het 4-jarige project ‘Sectorbrede geïntegreerde beheersing van ritnaalden’ zijn het afgelopen jaar meer dan 40 percelen verspreid over Vlaanderen gevolgd. Uit moleculaire identificatie van de gevonden ritnaalden in 2015 blijkt dat er 3 soorten ritnaalden voorkomen, waarvan Agriotes-species het meeste voorkomen. Dat sluit aan bij de vangsten van de volwassen kniptorren, berichten de onderzoekers in Proeftuinnieuws.
Analyse per perceel
In 2016 gaan de onderzoekers van een viertal onderzoekscentra verder met het monitoren en identificeren van kniptorren en ritnaalden. De data die dat oplevert, moet leiden tot een model voor een risicoanalyse op perceel- of teeltniveau. Bij de risicoanalyse wordt ook gekeken naar de geschiedenis van het perceel en het uitgevoerde teeltmanagement.
LAMP-methode
De bestrijding richt zich op te nemen preventieve cultuurmaatregelen en op beheersingsmaatregelen, zoals biofumigatie en het inzetten van ‘biologische controle-agentia’ (schimmels en nematoden). Het effect daarvan wordt eerst onder lab-omstandigheden getoetst. Ook is een snelle, eenvoudige en gebruiksvriendelijk moleculaire detectiemethode in ontwikkeling (LAMP-methode) bij het ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek).