Wie aandacht wil, die nodigt de media uit in de zomer. Maar we zijn kuddedieren, die vanaf spetember weer massaal achter elkaar aanhollen.
Ik warmde vorige week voor de trouwe lezers wat oude kost op. Een drie weken oude tv-uitzending en een twee jaar oude column uit Groenten & Fruit. Pittige kop erboven en hup, weer een weblog afgeleverd. Lezer B. Otten vond dat weblog alle kenmerken van komkommertijdverdrijf in zich dragen. En gelijk hattie. Want komkommertijd is het in Nederland elke zomer. Niet voor tuinders, want die werken ’s zomers meestal harder dan ooit. Maar wel voor tuinbouwjournalisten. Als wij op maandag op de redactie de activiteitenagenda bekeken, dan was die leeg. Nul bijeenkomsten, nul symposia, nul beurzen, nul persconferenties. Dat geeft niks, want dan gaat de wakkere journalist zelf wel op pad en vindt hij toch wel iets om de kolommnen van zijn blad, krant of website te vullen (oké, soms met in zijn ogen nog vermakelijke en leerzame herschikking van oud materiaal, maar die vrijheid is in columns en weblogs veroorloofd, mits goed opgeschreven en van een zinnige nieuwe conclusie voorzien).
Maar het geeft wel te denken dat in de maand september het net is alsof er een startschot is gevallen en iedereen in volle sprint probeert om de aandacht van de media te trekken. Sinds gisteren kunnen we elke dag wel vijf bijeenkomsten, symposia, persmomenten, seminars, beurzen en werkbezoeken volgen. Met als gevolg dat we zeker de helft moeten laten lopen.
Dus: wil je optimale media-aandacht voor je nieuwtje, zoek dan de zomermaanden op. Dankbare journalisten zullen toestromen. En de mensen die het wegens vaakntie gemist hebben, die zullen het bij het doorlezen van de post alsnog zien en lezen. Zeker als er een aantrekkelijk plaatje bij is geleverd.
En nu gauw naar de volgende bijeenkomst.