Nederland blijft achter in de groei van het biologisch areaal. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek in Luxemburg.
In de Europese Unie was een stijging van het areaal in de periode van 2010 tot 2015. In 2015 was 11 miljoen hectare gecertificeerd biologisch, of in een proces van omschakeling naar biologisch. Eind 2015 waren er 271.500 biologische boeren en tuinders, ruim 5% meer dan een jaar eerder.
Het gemiddelde agrarische bedrijf (36,7 hectare) is groter dan het gemiddelde gangbare bedrijf (16,1 hectare) in de Europese Unie.
Biologisch areaal in Nederland gedaald
In Nederland daalde het areaal in diezelfde periode van 46.233 hectare naar 44.402 hectare. Een daling van 4%. Alleen in het Verenigd Koninkrijk en buiten de EU in Noorwegen was de daling van het areaal in die periode groter.
De grootste verandering deed zich voor in Kroatië en Bulgarije, waar het areaal meer dan verdrievoudigde. Het Bulgaarse biologisch areaal bedroeg in 2015 118.552 hectare, in Kroatië was het 75.883 hectare.
Duitsland (1.010.291 hectare), Spanje (1.968.570 hectare), Italië (1.492.579 hectare) en Frankrijk (1.361.512 hectare) hebben de grootste biologische arealen, terwijl in die landen ook nog sprake is van een groei van tientallen procenten in de periode van vijf jaar. Meer dan de helft van de biologische productie heeft in die landen plaats.
Grootste deel biologisch areaal bestaat uit grasland
Het aandeel biologisch areaal groeide tussen 2010 tot 2015 van 5,2% tot 6,2% van het totale land- en tuinbouwareaal. In Oostenrijk, Zweden en Estland is het aandeel biologisch areaal meer dan 15%; in Tsjechië, Italië en Letland was het meer dan 10%.
Het grootste deel van het biologisch areaal bestaat uit grasland (45,4%) dat wordt gebruikt voor het grazen door biologisch vee; 42% is akkerbouwgrond, terwijl een kleine 11% bestaat uit permanente teelten.