Moet een tuinder nou ja of nee gaan stemmen? Wie dat nog tot op de bodem wil uitzoeken is rijkelijk laat. De wetstekst is 200 pagina’s lang en mét bijlagen zelfs 2144 pagina’s.
“Bent u voor of tegen de wet tot goedkeuring van het associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne?” Dat is de volledige vraag. Menig ja-stemmer zit strategisch in de startblokken, om na het eten vanavond tóch nog te gaan stemmen, als blijkt dat de opkomst de 30 procent gaat overschrijden. Menig twijfelaar twijfelt sowieso nog even door.
De gemeente Leiden heeft bij het mij toegezonden stem biljet de allerkortst denkbare samenvatting van die associatieovereenkomst gevoegd. “In deze overeenkomst hebben de EU en haar lidstaten afspraken gemaakt met Oekraïne over politieke en economische samenwerking, en vooral over handel.”
Doorworstelen
Ik heb de betreffende wet toch nog maar eens even gedownload. Een pdf van 2144 pagina’s! Je krijgt toch medelijden met de parlementariërs die zich daar doorheen hebben moeten worstelen om er een afgewogen ja of nee op te kunnen laten volgen.
Het werd, zoals u weet een ‘ja’.
Nu mogen wij ook. Dat wordt sowieso iets minder afgewogen.
Nauwelijks nadelig
Ik denk: een handelsakkoord, dat kan toch nauwelijks nadelig zijn voor de Nederlandse tuinbouw. De tuinder die internationaal denkt – en welke tuinder doet dat níét? – moet bijna wel ‘ja’ gaan stemmen.
Dat het een handelsakkoord is wordt wel duidelijk door de bizar lange lijst van afzonderlijk genoemde producten en diensten waarvoor voortaan geen of minder douanerechten meer hoeven te worden betaald. Elke denkbare groente en fruitsoort staat apart vermeld. Zoekt u zelf maar: control F en dan de gewasnaam intikken (soms in meervoud zoals tomaten, soms in enkelvoud zoals bloemkool). Het wordt één groot exportfeest.
Want laat ons eerlijk zijn: zoals zij daar telen, dat kan de Nederlandse tuinder 100 keer beter. En als een Oekraïens bedrijf wél modern en efficiënt groente of fruit teelt, dan doen het dat vermoedelijk met Nederlands materiaal, Nederlandse kennis en met een Nederlandse directie.
Partij voor de Dieren
Die rooskleurige afweging geldt niet voor alle agrarische producten zo. Pluim- en melkvee wordt in Oekraïne nogal grootschalig en laagdrempelig gehouden. In plaats van dat óns hoogwaardig product daarheen gaat, zou het wel eens andersom kunnen gaan: hún veel goedkoper en minder milieu- en diervriendelijk spul komt in grote hoeveelheden onze kant op. De Nederlandse veehouders roepen dan ook – opmerkelijk eensgezind samen mét de Partij voor de Dieren – ‘Nee’!
Maar moet de Oekraïense boer vanwege dit akkoord nu dan niet wat beter zijn best gaan doen? Ja, misschien een heel klein beetje en op lange termijn dan nog een beetje extra, als wij allemaal al oneerlijk weggeconcurreerd zijn, redeneert de pessimist.
Pessimist én optimist
De pessimist die in sommige gevallen trouwens juist een optimist wordt, bijvoorbeeld als het gaat om het tempo waarin de Oekraïne – nét zo misschien – lid van de EU zou kunnen worden. Wat dan nog een argument zou zijn om ‘nee’ te stemmen. Of toch juist niet? Want als EU-lid moeten ze weer wél gaan voldoen aan alle EU-eisen op het gebied van schoon en diervriendelijk produceren. En hebben we straks, als de Polen geen zin meer hebben, toch mooi Oekraïense seizoenarbeiders.
Ja, ingewikkeld is het en blijft het. Op Schiermonnikoog nadert rond twee uur ’s middags de opkomst de 20 procent. Ja-stemmende tuinders voelen de oproep branden in de kontzak.