Lokale Rabobanken gaan op in één centrale coöperatie. Volgens Rabobank-directeur Dirk Duijzer wordt de bank geen grotestedenbank. Wel wordt overstappen naar een andere vestiging mogelijk.
Op 2 december stemmen de leden van alle 106 lokale Rabobanken over een nieuwe coöperatieve structuur. De lokale banken leveren daarbij hun bankvergunning in en gaan op in één coöperatieve vereniging. Directeur coöperatiezaken Dirk Duijzer benadrukt dat de bank in de regio geworteld blijft. “Het wordt geen grotestedenbank.”
Waarom verbouwt Rabo de coöperatie?
“Er zijn twee belangrijke factoren: de toezichthouder en kapitaalmarkten. Rabobank bestond heel lang uit op zichzelf staande banken die beperkt samenwerkten. Vanaf 1990 is de samenwerking versterkt. Rabobank wilde meer dan alleen agrariërs financieren. De bank richtte zich ook op het mkb en later het grootbedrijf. Voor deze activiteiten was spaargeld onvoldoende. Daarom is geld opgehaald op de kapitaalmarkten. We ontwikkelden ook één ICT-systeem. De toezichthouder stelde ons toenemend de vraag: zijn jullie nu één, of 106 banken?”
En het antwoord was?
“Allebei. De toezichthouder accepteerde ons als hybride bedrijfsvorm. De financiële crisis riep nieuwe vragen op, en dus ook nieuw beleid. Als een bank problemen krijgt, moet duidelijk zijn in hoeverre activiteiten af te wikkelen zijn. De toezichthouder vroeg ons de banken van elkaar los te knippen, dan wel te fuseren.”
Was losknippen een serieuze optie?
“Er is natuurlijk wel gekeken naar de mogelijkheid, maar al snel werd duidelijk dat het geen goed plan is. Rabobank zou moeten stoppen het mkb te financieren. Het is ondoenlijk voor 106 banken afzonderlijk de € 250 miljard die daarvoor nodig is, op te halen in Azië of Amerika. Zoals het ook ondoenlijk is 106 keer een online-betalingssysteem te ontwikkelen.”
Wat waren de pijnpunten?
“De belangrijkste vraag was: blijft Rabobank een decentraal aangestuurde bank? Het antwoord, ook vanuit de nieuwe strategie van de bank, is absoluut. De lokale banken wilden ook zekerstellen dat ze zichzelf terug kunnen vinden in de nieuwe Rabobank. Met deze opdracht is de huidige structuur bedacht en deze is door alle directies en raad van commissarissen unaniem aangenomen.”
Dirk Duijzer is directeur coöperatie, bestuur en duurzaamheid van Rabobank Nederland. Voorheen was Duijzer directeur van LTO Nederland. Foto’s: Ton Kastermans
Is de lokale invloed geborgd?
“Het is belangrijk dat de benoeming van directies een zaak van de lokale banken blijft. Lokale banken houden ook hun eigen ledenraad. De competenties van de banken, bijvoorbeeld de vraag tot welke omzet ze ongeveer zelf financieren en wanneer ze het overlaten aan Utrecht, blijven dezelfde als voorheen. Dit alles is vastgelegd in statuten. De invloed wordt geborgd doordat de Centrale Kring Vergadering wordt vervangen door een algemene ledenraad. Hierin zijn voortaan alle lokale banken vertegenwoordigd door een door henzelf geselecteerde afvaardiging. Het is alleen deze algemene ledenraad die statuten kan wijzigen. Als meer macht naar Utrecht verschuift, is dat de keuze van de lokale banken zelf.”
Wat verandert er voor de klant?
“Niet heel veel, maar wel een paar dingen. Voortaan mag een ondernemer uit bijvoorbeeld Sneek zijn financiering overbrengen van Rabobank Sneek naar Rabobank Heerenveen. Vroeger was dat onmogelijk. Ik vind dat een voordeel. Afgesproken is wel dat Rabobanken elkaar niet gaan beconcurreren, we zijn immers één bank. Daarnaast, je zou het een nadeel kunnen noemen, kun je voortaan minder goed rekeningen verbergen. Als de rechtbank je bijvoorbeeld vraagt rekeningen te overleggen, kon je vroeger die ene rekening bij een lokale Rabobank wel opgeven en de andere niet. Voortaan kan dat dus niet meer.”
Hebt u er vertrouwen in dat leden voor de hervorming zullen stemmen?
“Tot nu toe is bij sommige informatieavonden niemand komen opdagen. Op andere plaatsen kwam een kleine groep. Het leeft dus misschien niet erg, of men denkt dat het geen slecht plan is. Ik ben niet bezorgd, maar goed, we moeten wel bij 106 banken een meerderheid van 75 procent halen. Pas op 3 december weten we zeker of het plan het haalt.”