Op Proefstation Randwijk wordt nu voor het vijfde jaar Junami-appels geteeld los van de ondergrond. Op een ‘substraat’ van naar de Betuwe getransporteerd Limburgs zand in een waterdichte sleuf van 30 centimeter breed en 50 centimeter diep.
Een eerste economische berekening geeft aan dat wanneer het systeem twee teelten van twaalf jaar mee kan,het economisch resultaat beter kan zijn dan de traditionele teelt in de volle grond op zandgrond. Er zitten echter nog veel onzekerheden in de berekening.
De kosten van aanleg en onderhoud van de sleuf met alles erop en eraan kunnen wellicht in de praktijk nog omlaag. In plaats van bewerkelijk en duur vijverfolie gewerkt, kan er wellicht in de boomgaard zelf een metalen goot worden geperst. Een proef daarmee staat op stapel voor een open dag op Randwijk later deze maand.
De economische winst zit hem vooral in een hogere productie. Een watergeefstrategie van gecontroleerde waterstress in de maand juli geeft minder vegetatieve groei en meer bloemknoppen, wat resulteert in 5 tot 10 procent meer productie dan in het geval met ruim water geven.
Ook is beter te sturen op een mooie en gelijkmatige vruchtmaat. En de sleuventeelt vermindert via het ‘droog telen principe’ (drainage percentage tussen de 0 en 5% houden in de fertigatie periode van mei tot augustus) bovendien de stikstofuitspoeling, wat voor het ministerie van Landbouw zes jaar geleden de voornaamste aanleiding was om het programma Teelt de grond uit van start te laten gaan.
Ook alternatieven voor chemische grondontsmetting zijn in onderzoek. Meer over het onderzoek in een interview met onderzoeker Rien van der Maas van PPO Randwijk in Groenten & Fruit Magazine editie 16.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht