Het is een kwestie van goed werkgeverschap dat een reeks van tijdelijke contracten niet zomaar kan worden afgebroken. Veel meer werknemers kunnen zo voortzetting van een langere reeks van contracten claimen.
Dat zegt advocaat Nicole Gustings. Zij stond dit voorjaar met succes een werknemer van een Monsterse glastuinder bij, die vorig jaar te horen kreeg dat er vanaf dit teeltseizoen geen werk meer voor hem was. Het verweer van de tuinder en zijn advocaat dat aan alle wettelijke regels rond tijdelijke contracten en de ketenbepaling was voldaan, hield geen stand, omdat het met die regels helemaal niets van doen heeft, aldus Gustings.
“Het gaat hier om een zogeheten duur-overeenkomst. Ongeacht de pauzes tussen die verschillende contracten gaat het hier om wat een werkgever en een werknemer van elkaar mogen verwachten. Dat kan ook zien op bijvoorbeeld een leraar die elk jaar een driewekelijkse cursus geeft in dienst van een opleidingscentrum. Een werkgever kan zo’n duur-overeenkomst allen doorbreken als daar goede gronden voor zijn. Die werden door deze tuinder niet aangevoerd.”
Volgens Gustings geeft deze uitspraak aan dat het veel meer medewerkers in de tuinbouw kansrijk kan zijn om voortzetting van een reeks van tijdelijke contracten te eisen. Daar zijn steeds meer handvatten voor in de jurisprudentie, aldus de Haagse juriste.