Jan en Riekje Rozeboom zijn sinds 1986 pionier op het gebied van agritoerisme. Zachtfruit en bloemen kun je op hun bedrijf Pluktuinen Zeldenrust zelf plukken en het terras zit op mooie dagen steevast vol. Het lijkt vanzelf te gaan.
Een mooiweerbedrijf. Zo kenschetst Jan Rozeboom de blauwebessenkwekerij die hij in 1986 begon in het Drentse Wapse. Daar tussen bos en hei van het Dwingelderveld, het Drents Friese Wold en de Weerribben in de Kop van Overijssel wemelt het de hele zomer van rondfietsende toeristen. Als het tenminste mooi weer is. En die zorgen er nu al een kwart eeuw voor dat de oogst vanzelf geplukt wordt.
“Ze verklaarden me hier voor gek toen ik bomen plantte en blauwe bessen en aardbeien ging telen, nog biologisch ook”, zegt Jan. Zijn vader teelde hier nog gewoon maïs. Jan werkte zelf als onderhoudsschilder op de bouw, maar had wel eigen ideeën over een andere manier van agrarisch ondernemen.
Eerst wilden Jan en Riekje hun blauwe bessen verkopen aan de natuurvoedingswinkels. Maar juist in de oogstperiode sloten die vaak een paar weken de deuren omdat ze zelf net als hun klanten op zomervakantie gingen. “En waar gaan die mensen op vakantie? Hier. Zo zijn we begonnen met verkoop aan huis en met zelfplukken. Nu willen andere boeren en tuinders het succes dat wij er al zo lang mee hebben graag kopiëren. Ik word ook vaak gevraagd als spreker op congressen en bijeenkomsten. Daar vertel ik dat het een kwestie is van langzaam groeien. Klein beginnen. Naam opbouwen. En stapje voor stapje je activiteiten uitbreiden.”
Steeds iets erbij
Naast de blauwe bessen kwamen ook frambozen en rode bessen. Het kopje koffie met gebak en ijs kwam erbij. Er kwam een picknickplaats van Staatsbosbeheer pal naast het bedrijf. En tien jaar geleden werd een start gemaakt met een bloementuin waar de zelfplukkers ook hun hart kunnen ophalen. Verder zijn er rondleidingen, is er een wandelroute en in de winkel wordt van alles verkocht dat met het product en met de streek te maken heeft.
“Als het regent komt er haast niemand. Op een mooie dag komen er 150 klanten langs. Jong en oud. Wie hier twintig jaar geleden als kind rondrende, die komt nu met eigen kinderen terug. Omdat ze het zo gezellig vonden.”
Dat gezellige heeft alles te maken met de gemoedelijke sfeer. Geen strenge regeltjes. Als iemand meegenomen boterhammetjes op het terras opeet, dan worden ze niet terecht gewezen. De sfeer blijft goed als gevraagd wordt naar hoe de gemeente dit vindt. Die zitten ook niet in de weg met allerlei regeltjes. “De gemeente Westerveld wil dit juist stimuleren. Want het is nu eenmaal een toeristische gemeente.”
Groothandel en ijsfabriek
Van de 10 duizend kilo die jaarlijks geoogst wordt gaat er tussen de 30 en 40 procent van de struiken door de zelfpluk. De rest oogsten Jan en Riekje met de hulp van scholieren die ’s ochtends komen plukken. Een grot deel daarvan verlaat het bedrijf naar de groothandel en een deel gaat naar een ijsfabriek in Enschede.
Telers die ook naast hun productiebedrijf aan verbreding denken adviseren jan en Riekje vooral geen haast te hebben. En geen al te rooskleurige ramingen te maken. “De mensen stromen niet vanzelf toe. Ze moeten aan je wennen. Wij hebben bijvoorbeeld tien jaar op markten en festivals in de buurt gestaan, ook om de blauwe bes te laten proeven. Blauwe bessen waren nog onbekend. Mensen dachten dat ze wel zuur zouden zijn.”
Nu is Jan 65. En er heeft zich onder de kinderen geen opvolger gemeld. “Maar we gaan gewoon door. Want we houden niet zo van kruiswoordpuzzels.” En het werk is op een inmiddels bijna als vanzelf voortrollend bedrijf niet zo intensief. De tuin is van juli tot en met september open voor het publiek. En de Rozebooms kunnen het zich Dan toch ook veroorloven om op de zondagen dicht te zijn. “Dan gaan we zelf fietsen.”