Canada zal niet langer de speciale anti-dumpheffing in rekening brengen bij de import van Nederlandse paprika’s. De extra heffing, 193 procent van de importwaarde, was de afgelopen vijf jaar van kracht.
Dit voorjaar startte de Canadian International Trade Tribunal (CITT) een nieuw onderzoek naar de vermeende dumping vanuit Nederland afkomstige paprika’s. Half oktober oordeelde het adviesorgaan dat de Canadese paprikasector geen schade heeft geleden door de goedkope import van Europese paprika’s. De Canadese douane ziet daarom geen reden om nog langer een importheffing te eisen.
De anti-dumpheffing van 193 procent werd in oktober 2010 van kracht. In juli van dat jaar was er al een heffing van 95 procent van de importwaarde van kracht. De Canadese douane legde de importheffing op nadat de Ontario Greenhouse Vegetable Growers een zaak hadden aangespannen bij de CITT. De telersorganisatie stelde dat uit Nederland afkomstige paprika’s in Canada goedkoper werden verkocht dan in Nederland zelf. Zij claimde dat Canadese paprikatelers daardoor 48 miljoen euro aan inkomsten hadden misgelopen. De CITT vond geen bewijs voor die claim maar was wel van mening dat Nederlandse bedrijven in 2008 en 2009 paprika’s hadden gedumpt op de Canadese markt. Dit rechtvaardigde volgens de CITT een hoge importheffing voor de periode van vijf jaar ‘om schade in de toekomst te beperken’. Nederland exporteerde in die jaren gemiddeld 5,5 miljoen kilo paprika’s naar Canada. De Nederlandse export, als ook de re-export van Spaanse en Israelische paprika via Nederland, is door de heffing vrijwel geheel stil gevallen.
Het CITT is een naar eigen zeggen onafhankelijk, semi-juridisch adviesorgaan dat aan het Canadese parlement en de Minister van Financiën rapporteert. Het onderzoekt gevallen van dumping en gesubsidieerde import, klachten over overheidsmaatregelen en belastingregels. Op verzoek van de federale overheid geeft het tribunaal ook advies over economische, handelszaken en belastingtarieven.