‘De trosstelen werden al snel sterk en kort genoeg’

“We hebben een hoop licht gehad waardoor het gewas sterk is geworden en de vruchten in de buik van het gewas mooi grof zijn geworden. Daardoor is het gewas goed generatief komen staan”, zegt Erik Zwinkels van Zwinkels Tomaten in Naaldwijk. Hij teelt op de locatie ‘Green Balance’ de onbelichte middeltrostomaten van het ras Cappricia (plantdatum 5 januari).

De eerste tomaten begonnen vorige week te kleuren. Deze week zijn de eerste trossen geknipt. “De vruchten wegen naar schatting 120 gram en lijken goed door te kleuren.” In de periode tussen de derde en zevende tros in bloei werd een etmaaltemperatuur gerealiseerd van 19 tot 20,5 graden. Nu is dat 18,5 tot 19,5 graden. De voornacht staat op 14 graden. Tussen 23 en 2 uur wordt opgestookt naar de nanacht van 18 graden plus 1 graad lichtverhoging. Om 6:45 uur volgt een dip naar 17 graden en vanaf 9 uur klimt de temperatuur naar 21 graden. In de middag wordt vanaf 21,5 graden gelucht met een lichtverhoging van 4 graden. “Het mag nu maximaal 26 graden worden in de kas, dat was een paar graden hoger.”

Dag en nacht luchtbeweging

Doordat het ’s nachts nog koud is wordt er wekelijks nog 0,9 tot 1,1 kuub gas per vierkante meter verstookt. Het schermdoek ligt veel dicht en wordt op buisvraag en uitstraling geregeld. Als het buiten warmer is dan 6 graden gaat het om 7 uur open, anders uiterlijk om 9 uur. Er staat in de nanacht maar een lage minimumbuis ingesteld van 33 graden die om 8.30 wordt verhoogd naar 40 graden om het gewas en de vruchten op temperatuur te brengen. Deze minimumbuis wordt op licht weer afgebouwd. “Het scheelt dat we in iedere tralie een ventilator zonder slurf onder de goot hebben hangen. Die staan dag en nacht aan en zorgen voor veel luchtbeweging en gewasactiviteit.” Daarnaast staat er een minimum luchtraamkiertje ingesteld van 2 procent luwzijde en 1 procent windzijde. Pas bij voldoende buisvraag mogen de ramen helemaal dichtlopen.

In week 10 naar eindstand

Het gewas is vitaal en gezond. Na een trage start door het donkere weer is de achterstand in ontwikkeling nagenoeg ingehaald. De eerste oogst is maar drie dagen later dan vorig jaar. Het hele voorjaar al wordt elke week een blaadje uit de kop gehaald om het gewas open te houden. In week 6 is de dichtheid verhoogd van 2,3 naar 3,5 stengels per vierkante meter. In week 10 is per mat nog een dief aangehouden waarmee de eindstand van 3,75 stengels per vierkante meter is bereikt. Tot nu toe is er iedere week een blaadje uit de kop gehaald om het gewas open te houden. Het beugelen van de trossen is in week 10 gestopt, een week eerder dan gepland. “Door het vele licht werden de trosstelen eerder sterk en kort genoeg en het ziet er ook niet naar uit dat ze nog gaan knikken.”

Geen schimmelpluis

Op het gebied van ziekten en plagen is het rustig. Wittevlieg zit er nauwelijks en rupsen, luis en mineervlieg zijn nog niet gezien. In de vallen met lokstof voor Turkse mot zaten wat motten maar de Tuta absoluta-vallen waren vorige week nog leeg. Begin februari is de eerste Macrolophus ingezet (0,5 per vierkante meter). Later komen daar nog 0,25 exemplaren per vierkante meter bij.  In de uitzetrijen worden vier bladeren meer aan de plant aangehouden zodat de roofwants zijn cyclus kan afmaken.  Wekelijk wordt in deze rijen voedsel geblazen. Macrolophus lijkt goed aangeslagen. De eerste exemplaren van de tweede generatie zijn al gesignaleerd. Door het open en vrij lichte weer krijgt Botrytis geen kans. “Op de gewasresten onder de goten zie je helemaal geen pluis. De schimmeldruk is dus laag. We hebben nog helemaal niets chemisch hoeven te bestrijden.”