Het ministerie van Economische Zaken (EZ) deed vorige week een faillissementsaanvraag voor een glasgroentebedrijf in de regio Venlo.
Dat deed de sector opschrikken. Is dit het sterkste wapen dat het ministerie (of eigenlijk de Inspectie SZW) heeft om naleving af te dwingen?
Dat lijkt niet het geval. Een faillissementsaanvraag is geen sanctiemiddel, maar een manier om te zorgen dat opgelegde boetes worden betaald, stelt een woordvoerder. Volgens het ministerie heeft de teler boetes voor het overtreden van de arbeidstijdenwet en vreemdelingenwet stelselmatig niet betaald. “In dit geval is er een tweede schuldeiser bijgekomen, zodat met de steunvordering een faillissementsaanvraag is gedaan.”
De stap past wel in de lijn van minister Asscher om strenger te straffen. Eén sanctiemiddel schrikt daarbij echt af: de stillegging. Na twee of drie gelijke overtredingen kan de inspectie een bedrijf tijdelijk stil leggen. Dit wordt geregeld toegepast, maar is in de tuinbouw nog niet voorgekomen, althans nog niet uitgevoerd. De sanctie is wel opgelegd aan een preiteler in Brabant, maar daarover moet de rechter zich nog buigen.
Een faillissementsaanvraag klinkt wel bikkelhard. Een beslaglegging is een gebruikelijker instrument van de inspectie om het geld te innen, maar in dit geval was dat niet mogelijk. Uit onderzoek van Groenten & Fruit blijkt ook dat het bedrijf een schimmig verleden heeft met wisselende eigenaren. De verblijfsplaats van de bestuurders of het kantoor van dit bedrijf is ook niet bekend bij het ministerie. Het ministerie moet dan wel naar zo’n sanctiemiddel grijpen als faillissementsaanvraag.
Toch roept het de vraag op of dit spierballenbeleid is. Een curator uit de regio Venlo weet dat de belastingdienst ook actiever is geworden op dit punt en sneller faillissementsaanvragen doet. Moet je daar als bedrijf bang voor zijn? Het lijkt er niet op. Bonafide bedrijven lopen normaal gesproken niet het risico op hoge boetes of stillegging en mocht dat toch voordoen, dan zoekt het ministerie de minnelijke schikking via bijvoorbeeld een betalingsregeling.
Niet van schrikken dus, dit is een probaat middel tegen de schimmige bedrijfjes die onder de radar blijven en zich niet willen schikken aan wet- en regelgeving. En als dat bij dit bedrijf anders ligt, is er nog altijd de rechter die de aanvraag beoordeelt.
Stem op onze poll op de beginpagina