De gemeente Amsterdam moet alsnog een hogere vergoeding betalen voor investeringen in kassen en toebehoren op door haar verpachte grond.
De pachtende teler ging in 2006 failliet en de curator eiste van de gemeente een bedrag van 1,7 miljoen euro voor 3 hectare met wkk’s en zaken als schermdoeken. In hoger beroep blijft de rechter bij de conclusies van een deskundigenrapport. Zij bepaalden de gebruikswaarde van de bestaande kas door te kijken naar de bouw van soortgelijke kassen en aangepast aan de eisen van de tijd. De pachtovereenkomst tussen de gemeente en de teler werd getekend in 1998, met daarin het vergoedingsrecht voor aangebrachte verbeteringen. De kassen dateren van na die datum en zijn daarmee niet afgeschreven. De gemeente Amsterdam was van mening dat in een pachtcontract een maximumbedrag voor vergoeding is opgenomen voor verbeteringen aan het perceel.