‘Het was een boeiend bleekselderijseizoen’

“Op 16 november hebben we de laatste bleekselderij geoogst”, vertelt Bart Bak. Hij vormt met Fred Berkhout en Willem Bas de drie firmanten van teelt/verwerkingsbedrijf B-Four Agro in Warmenhuizen.

“We proberen die teelt altijd zo ver mogelijk uit te smeren. De helft van deze productie is voor de snijderij, de andere helft gaat naar de verse markt. Deze week (47) verwerken we de laatste selderij voor de verse markt”, aldus Bak op 20 november.

“Met onze bladgewassen – een reeks soorten behalve ijsbergsla – stoppen we normaal vroeger, deze keer scheelde dat een week ten opzichte van de bleekselderij. De kwaliteit was de laatste oogstbeurten wel wat minder. Door de nattigheid en de temperatuur duurde het relatief lang voordat er massa gevormd werd.”

Boeiend of lastig

Terugblikkend noemt Bak het afgelopen seizoen ‘boeiend’. Hij had ook kunnen zeggen ‘knap lastig’. “Door de wisselende weersomstandigheden en de trage start. We zijn dit jaar zo’n 14 dagen later begonnen met snijden dan in andere jaren. Vroeg beginnen betekent meestal dat je meedraait in de duurste periode van het seizoen. Als je dat mist, kost het toch even tijd voordat je dat gat weer hebt gedicht.”

‘Hap-snap’ groenbemester

De voorbije weken is een flink deel van de kleipercelen gespit. “We ploegen ook wel, maar daarvoor zijn de omstandigheden er nog niet geweest.” Het inzaaien van groenbemesters is wat Bak betreft niet altijd een onverdeeld succes. “Op grotere percelen die op tijd vrij komen, kun je nog wat met zo’n nateelt. Voor de rest is het nogal eens ‘hap-snapwerk’, waarvan je mag hopen dat het wat oplevert. Het gebeurt dat je op een goed moment kunt zaaien, gevolgd door twee weken nat weer. We hebben dit jaar voor het eerst gewerkt met Japanse haver. Dat wordt in ieder geval groen, en het groeit hard.”

Niet meer half Noord-Holland afrijden

Behalve aan teelten werkte B-Four Agro het laatste jaar aan uitbreiding van de verwerkingshal. “In het verleden deden we wat op- en overslagwerk voor een van onze afnemers. Daar hadden we in de winter mooi werk aan, maar dat is voorbij. We hebben de koelcapaciteit uitgebreid. Het wilde weleens gebeuren dat een vrachtwagen na het laden nog wat ruimte overhield voor een paar pallets. Die moet je dan wel hebben. Nu hebben we de mogelijkheid om als verzamelpunt voor handelspartijen te fungeren; transporteurs hoeven dan niet meer half Noord-Holland af te rijden om de vrachtwagen vol te krijgen.”

Meer slepen met afval

Daarnaast is de capaciteit vergroot voor de verwerking van de producten. “Wat naar de snijderij gaat, wordt op het veld verwerkt. De gewassen voor de verse markt verwerken we ‘onder dak’. In vergelijking met inpakken op het veld, sleep je dan wel meer met afval. Daar tegenover staat dat je meer overzicht houdt op het inpakwerk, en dat je  met een vaste ploeg kunt werken. Dat is te merken: het eindproduct is veel uniformer, en de presentatie gaat stukken vooruit.”