Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) heeft voorspellingen voor warmtevoorziening in de glastuinbouw tot 2030 bijgesteld.
Dat blijkt uit de Nationale Energieverkenning 2015. Het aandeel warmte van WKK’s neemt weer toe na 2020. De onderzoekers voorzien dat het aandeel warmte van derden niet zal stijgen tot 2030. In de Nationale Energieverkenning 2014 gingen onderzoekers nog uit van een groei van het aandeel warmte van derden en een stabiel warmtegebruik uit WKK’s. De onderzoekers hebben dit jaar ook voorgenomen beleid meegenomen in hun voorspelling.
Voorlopig zijn de vooruitzichten voor WKK niet gunstig, stelt het ECN. Bij de gehanteerde gas- en elektriciteitsprijzen wordt stroomlevering aan het net met bestaande WKK-installaties pas tegen 2021 weer enigszins rendabel, schrijven de onderzoekers. Daardoor neemt de warmteproductie vanaf 2021 weer licht toe. De verwachting is dat er voorlopig nauwelijks nieuwe capaciteit bijgebouwd wordt, enkel ter vervanging van het grote aantal installaties dat tussen nu en 2021 het einde van de levensduur heeft bereikt. Eén van de aannames daarbij is dat de verschuiving van de glasteelt van (snij)bloemen naar die van groenten in de toekomst zal doorzetten.
Het energieverbruik voor warmte is vanaf 2005 met ruim 20 procent gedaald. De daling vond vooral plaats in de periode tot 2009. Vanaf 2009 is het energiebesparingstempo in de glastuinbouw gedaald. Dit komt vooral omdat er steeds minder nieuwe, energiezuinige kassen worden gebouwd: de jaarlijkse aanwas bedroeg sinds 2009 slechts een derde tot een kwart van de jaarlijkse aanwas in 1999-2008. Tussen 2015 en 2030 zal het energieverbruik voor warmte naar verwachting stabiel blijven rond 95 petajoule. Verwacht wordt dat de besparing op warmte doorzet met een tempo van ongeveer een procent per jaar en dat daarmee toenemend energieverbruik door productiegroei en intensivering wordt gecompenseerd.