‘Voor de aspergeproductie een jaar terugkijken’

“Het is alweer 10 juni, het is heel anders verlopen dan vorig jaar.” Die reactie komt van Jan van Gerven in Oirschot, in 2014 door Het Brabants Aspergegenootschap verkozen tot teler van de Lekkerste Asperge van Brabant.

Zijn opmerking maakt hij niet vanwege het feit dat de titel dit jaar naar zijn collega’s Jan en Maria Jansen in Nuenen is gegaan, maar door het productiepatroon gedurende dit voorjaar. “Vorig jaar staken we erg veel asperges in een mooi voorjaar, gevolgd door een slechte zomer. Daardoor hebben de gewassen relatief weinig suikers kunnen maken. Dat maakt dat we dit voorjaar een stuk minder productie hebben: het is zeker 30 à 35 procent minder dan we verwacht hadden.”

Opvangen met zwarte folie

Dat het huidige voorjaar de meeste tijd aan de frisse kant, is, speelt daarbij volgens Van Gerven geen rol. “Vroeger was dat zo, toen we nog niet werkten met folie over de ruggen. Was het 10, 11 graden Celsius, dan had je geen asperges. Maar nu kunnen we dat met zwart folie opvangen. Waar het om gaat is dat je voor een inschatting van de productie bij asperges een jaar moet terugdenken: de zomer is belangrijk, daar ligt de basis voor de productie in het volgend jaar.”

Dat is te merken aan het saldo, vooral voor telers die aan de veiling leveren. “De kiloprijs ligt in vergelijking met vorig jaar misschien een eurootje hoger, maar de steekkosten liggen ook hoger, en het oogstpersoneel komt amper of niet aan hun uren. Dus je gaat ook nog werk opzoeken.”

B’tjes te veel

Van Gerven merkt het ook aan de sortering, met veel meer enkele A dan normaal. “Normaal komen we ook B’tjes tekort, dit jaar hadden we die juist over. Je kunt die fijne stengels niet laten staan, want dan krijg je te veel stelen als het gewas weer uitgroeit.”

Op 7,5 hectare is de oogst gestopt. “Sinds 3 juni, net voor die snikhete vrijdag. Dan wil de groei er wel inkomen. Je staat er van te kijken hoe hard dat dat gaat. Het staat er mooi bij.”

De nieuwe plantingen – in totaal 6 hectare- staan er, zoals van Gerven dat aanduidt, ‘normaal’ bij. Ze gingen eind week 16 de grond in. “Die komen nog wel als het warmer wordt. Je moet wel regelmatig beregenen. Dat gebeurt nu voor de derde keer. We geven iedere keer 35 millimeter, dan ben je er weer even van af.”