“De teelt van het ras Taurus verliep altijd goed, maar je zoekt natuurlijk altijd naar iets beters. Met de veel generatievere Rosheen verwachten op arbeid en energie te besparen”, zegt bedrijfsleider Gerard van Vossen bij Gebr. Van Duijn Aubergines in Oosterland.
Vorig jaar werd er al een tralie met het nieuwe ras geteeld als proef. Het leken in mei wel bonenstaken. Je keek wel 20 paden verder als je ertussen liep. Maar in productie liep Rosheen gelijk op met Taurus en in het najaar liep hij zelfs uit terwijl ook de kelkbladen net wat sterker bleven.
De planten (op onderstam Kaiser) zijn op 9 december op de ‘master-dry’-steenwolmatten gezet, een week eerder dan anders maar wel met dezelfde zaaidatum van 29 oktober. Op de tuin van 3,5 hectare zijn de planten nog een keer geringd aan het stokje. Er is zo lang mogelijk gewacht om de planten vast te zetten, zodat in een keer de 3 touwtjes onder de splitsing konden worden vastgezet met biologisch afbreekbare clips. Er komen 4,5 stengels per vierkante meter te staan in een 3-stengelsysteem. Dat is misschien wat ruimer, maar we zijn dat zo gewend en het kost minder arbeid.
Begin vorige week kwamen de eerste bloemen in bloei. We hebben ervoor gekozen ze te laten zitten. Ze zijn veel fijner dan bij Taurus, maar ze zien er fris uit. Je zag ze gemakkelijk buigen en dikker worden. De kleuren van de steel en de bloemblaadjes zien er goed uit. Als het echt moet hebben we nog speling om met de temperatuur te zakken.
Snel een fabriek
De weggroei van het gewas is boven verwachting gegaan. De planten maken veel meer gewas aan dan ik had verwacht, met mooi groot blad. Daardoor produceert het makkelijk vocht en een aangenaam klimaat. Ondanks het vaste folie zijn ook de wortels goed ontwikkeld. De perforatie van de folie varieert van 10 bij 15 centimeter in het grootste deel van de kas tot 30 bij 30 aan de buitengevels en helemaal dicht aan de kopgevels. Het grootste deel is nu wat opener dan vorig jaar, want toen hadden we al vroeg te veel vocht en moest het vaste scherm er te snel weer uit.
In de eerste 10 dagen is een kastemperatuur van 21 graden vlak aangehouden. Daarna is de nachttemperatuur geleidelijk gezakt naar 19,5 graad in week 2. Vanaf vorige week krijgt licht meer invloed op de instellingen. Op een lichte dag wordt een dagtemperatuur aangehouden van 22 graden en een nachttemperatuur van 18,5 graden. Op donkere dagen is dat 20 tegen 17,5 graden. Onder vast folie is de planttemperatuur vaak hoger dan je op het computerscherm ziet. Vanaf 2 uur wordt opgestookt naar de nanachttemperatuur van 19 graden. Het beweegbare scherm opent vanaf 9 uur als de buitentemperatuur boven 4 graden is of er een lichtintensiteit van boven 70 Watt wordt gemeten. Vanaf 10 uur wordt opgestookt naar 20 graden.
Makkelijk luchten
Omdat ik deelneem aan een cursus rond Het Nieuwe Telen werkt ik steeds minder met hoge buisinstellingen. Standaard staat de buistemperatuur 10 tot 12 graden boven de ruimtetemperatuur ingesteld. Maar als het donker en zacht weer is dan voelt dat toch niet lekker. Ik zet daarom gemakkelijk een vochtkier in de luchting. Het watergeven gaat nog steeds met de handrem erop. De mat is volgedruppeld met een ec van 3,8. De ec in de mat is nu 3,4 en de druppel-ec 3,2. Ik heb soms wel 5 dagen overgeslagen. Je ziet nu wel wat verschillen in vochtgehalte ontstaan, maar ik wil nog steeds geen drain realiseren. Op een mooie dag geef ik hooguit 2 keer 120 milliliter per vierkante meter. Bij de start is hyperclean meegegeven aan het druppelwater. Nu wordt bij iedere beurt waterstofperoxide gedoseerd. Vorig jaar was dat nog chloor maar dat staat nu ter discussie. Het beviel in ieder geval goed. We hadden uiteindelijk maar zo’n 5 matjes met crazy roots, dat is wel een 40 procent geweest.
Belangrijke rol voor Monderensis
Aan natuurlijke vijanden is nog niets ingezet. We beginnen eigenlijk nooit voor februari. We hebben nog niets gevonden op de vangplaten of in het gewas. In week 2 en 3 doen we nog twee chemische bestrijdingen uit voorzorg, met Vertimec plus Nomolt en Vertimec plus Calypso. Voor de biologische bestrijding is straks een belangrijke rol weggelegd voor A. monderensis. Deze roofmijt heeft het vorig jaar erg goed gedaan in een proefje naast swirskii. We willen nu ook de bladluis biologisch gaan bestrijden en daarmee is monderensis ook beter te combineren dan swirskii weten we vanuit de biologische teelt.