De helft van de Nederlanders let er (regelmatig of altijd) op dat zij groenten en fruit van het seizoen eten.
Vier op de tien ondervraagden zeggen te weten waar hun groenten en fruit vandaan komen (Nederlandse of Europese telers).
Dat blijkt uit een meting van het bureau Motivaction dat voor het Voedingscentrum in detail keek naar de consumptie van onder meer groente en fruit. Zo is inzicht ontstaan in het gedrag per provincie en bevolkingsgroep. Vrouwen zeggen bijvoorbeeld vaker dat zij er op letten dat ze seizoensgroenten eten. Van de vrouwen let 18 procent hier altijd op en 21 procent nooit. Van de mannen let 12 procent hier altijd op en 29 procent nooit.
De onderzoekers stopten de ondervraagden in sociale groepen. De traditionele burgerij eet relatief vaak seizoensgroente, net als de kosmopolieten. De moderne burgerij, gemaksgeoriënteerden en nieuwe conservatieven kijken bij het winkelen minder vaak naar ‘welke groente in het seizoen is’. Dat geldt ook voor jongeren. 50plussers letten hier juist veel vaker op (59 procent). Paren zonder kinderen letten er vaker op dat zij seizoensgroenten eten.
Groenten uit eigen tuin eet 8 procent van de ondervraagden. Dat percentage is hoger in het Noorden en het laagst in Limburg en Noord-Holland.