“Wat is er duurzaam aan planten dood laten gaan omdat je geen gewasbescherming mag gebruiken?” Gangbare tuinders kijken met gemengde gevoelens naar de biologische landbouw. Maar is de discussie over marge niet belangrijker dan die over duurzaamheid?
“Waarom ben jij toch zo’n fan van bio, Feenstra? Ik zal zeggen wat ík er van vind. Onze substraatteelt is veel duurzamer dan biologische teelt. We gebruiken per kilo veel minder water, energie en arbeid. Wat is er duurzaam aan planten, waar je water en energie hebt ingestopt, dood laten gaan, omdat je geen chemische gewasbescherming mag gebruiken? Laten we ook niet vergeten dat biologische landbouw de wereld niet kan voeden.”
Een leuke binnenkomer voordat ik een slok kon nemen van mijn eerste bakkie bij een bevlogen tuinder met een scherpe tong.
“Ik zal je vertellen waarom ik blij ben met de groeiende consumptie van biologische groenten en fruit. Ik heb ‘maar’ twee klanten die naast hun gangbare assortiment ook biologische groenten en fruit verkopen. Die combinatie versterkt hun positie bij afnemers en levert hun ook meer rendement op. Dat een klein maar groeiend aandeel Europese consumenten de waarde van biologisch belangrijker vindt dan de prijs en dat je met minder productie meer kunt verdienen, vooral dat vind ik interessant. Wie qua duurzaamheid ‘de langste’ heeft, vind ik minder interessant. Zowel consumenten als tuinders zijn geen eenheidsworst. Val biologisch daarom niet aan, maar benut de verschillen.”
“Over het voeden van de wereld citeer ik graag een pluimveehouder: Ik kan de wereld niet voeden en ik wil de wereld ook niet voeden.”
“Dit argument wordt vooral gebruikt om ons huidige productiesysteem te rechtvaardigen en verder te intensiveren. Stel je voor dat we dit doen. Dat betekent dat bestaande bedrijven steeds groter en efficiënter gaan produceren en nog meer anonieme producten gaan aanbieden voor een lage prijs op een overvolle Europese markt. Heel veel ondernemingen verdienen daar geld aan behalve het gros van de tuinders. Een noeste fruitteler formuleerde het als volgt: Als je in Europa geen geld kunt verdienen met de verkoop van groenten en fruit heb je geen bestaansrecht. Alleen als je het anders en beter doet dan de rest van Europa verdien je een goed belegde boterham.”
‘Lokaal’ grootste concurrent voor bio
De groei van biologische consumptie in Europa is al jaren hoger dan de groei van de Nederlandse productie. De groei is stabiel en tegengesteld aan de verzadigde markt voor gangbare groenten. Biologische producten zijn gemiddeld 40 procent duurder. Bij supermarkten zijn de prijsverschillen kleiner dan bij speciaalzaken. Naast een sterke groei in het supermarktkanaal valt op dat de omzet bij speciaalzaken en foodservice bedrijven met een duurzame propositie ook sterk groeit. Nederlandse tuinders profiteren maar mondjesmaat van de toenemende Europese vraag naar biologisch, doordat jaarrond onvoldoende product beschikbaar is. De toenemende vraag wordt nu lokaal of door import uit concurrerende landen ingevuld. Gebrek aan kennis, middelen en vooroordelen zijn hiervoor de belangrijkste redenen. De sterke concurrentie van de gangbare teelt (veel en goedkoop) helpt ook niet, maar de belangrijkste concurrent voor biologische groenten uit Nederland is de toenemende vraag naar lokale producten. Lokaal is voor consumenten in de meeste Europese markten belangrijker dan bio. Hier komen biologisch en gangbaar samen. Belangrijkste uitdaging voor Nederlandse tuinders is om de producten exclusiever te maken en te verkopen. Als je producten exclusiever maakt en aanbiedt, ontneem je de inkoper argumenten om een lagere inkoopprijs af te dwingen om te bewijzen dat ze de goedkoopste zijn. Dan is er namelijk geen alternatief.