Doorgaan naar artikel

Groenteprijs omlaag met subsidie

Gisteren kreeg staatssecretaris Sharon Dijksma het WRR-rapport ‘Naar een voedselbeleid’ overhandigd. Het moet volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid gezonder, duurzamer, maar ook stabieler. En de overheid mag meer sturen, bijvoorbeeld met een vereveningsfonds voor goedkopere groente en fruit.

Van landbouwbeleid naar voedselbeleid. En veerkrachtige voedselnetten. Dat zijn dan ook de twee kernmotto’s in het rapport van dit eerbiedwaardig adviesorgaan. Dat eerste motto is vooral bestuurderstaal. Die veerkrachtige voedselnetten zijn al ietsje intrigerender, ook voor tuinders.

De WRR constateert dat de machtsverhoudingen in de westerse voedselvoorziening zijn verschoven. Het zwaartepunt lag lange tijd bij de boeren en tuinders en bij de overheid. Nu ligt die bij supermarkten, zaadbedrijven en de bij de productie van bewerkt en samengesteld voedsel. De internationale bedrijven die daar samen actief in zijn, vormen voedselnetten.

In zo’n net is sprake van wereldwijde stromen van grondstoffen, halffabricaten en eindproducten. Kenmerkend aan deze voedselnetten is volgens de WRR onder meer dat de keuzevrijheid van de consument aan het einde van de keten er opmerkelijk genoeg níét op vooruit gaat. Steeds minder en steeds grotere aanbieders leveren steeds gelijksoortiger producten. Dat is zorgwekkend, in zoverre dat de producten die deze netten afleveren zelden de beste keuze zijn als het gaat om gezondheid voor de consument of om duurzaamheid van de productie.

Gesubsidieerd goedkopere groente

Minder expliciete aandacht gaat er naar de tuinders en boeren, die figuurlijk gezien in deze voedselnetten verstrikt raken. In het rapport komt het woordje tuinder of teler zelfs in zijn geheel niet voor. De WRR houdt het abstractieniveau graag hoog. Maar in de aanbevelingen komt toch een vrij concreet voorstel langs. Een vereveningsfonds, zoals dat ook werkte om automobilisten aan de loodvrije benzine te krijgen.

Lagere prijs voor gezonder en duurzamer, hogere prijs voor ongezond en verspillend. Groente en fruit zouden dan dus, gesubsidieerd en wel uit dat fonds goedkoper in de winkel moeten komen te liggen, zodat consumenten eindelijk eens écht gestimuleerd worden om die aanbevolen dagelijkse hoeveelheid te kopen en eten.

Maar gaat de tuinder daar ook van meeprofiteren? Indirect wel, mits het ook werkelijk tot grotere verkochte volumes gaat leiden. Maar ook direct? Een lagere winkelprijs gaat nu eenmaal slecht samen met een hogere telersprijs – ook al wordt de winkelier gecompenseerd uit zo’n vereveningsfonds.

Benzine versus voedsel

Het succesvoorbeeld van de loodvrije benzine kan nooit een waterdichte blauwdruk opleveren voor een soortgelijke succes in de groente en fruit. In de fossiele brandstoffen, loodvrij of niet, was en is immers maar een zeer beperkt aantal grote producenten actief. Bedrijven die over marktmacht en marges toch al niet te klagen hadden.

En verder is de complexiteit van het kopen en eten van voedsel oneindig veel groter dan die van het kopen en verbruiken van brandstof. Als loodvrij een cent goedkoper is, dan tanken we loodvrij. Als de auto er maar goed op rijdt. Hoe anders ligt dat met de brandstof voor het menselijk lichaam.

Loodhoudende benzine was zo de wereld uit. Maar te vet, te zout, te zoet, te dierlijk en te verspillend tot stand gekomen voedsel de wereld uit? Dan kun je verevenen tot je een ons weegt. Dat de overheid ook wel weer eens mag ingrijpen in plaats van zich alleen maar terug te trekken, oké. Maar juist dit voorbeeld van een maatregel voor voedselbeleid lijkt mij net even te ingewikkeld en het succes te onzeker om nou net dáár mee te beginnen.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin