Het Hollandse Aardbeien-initiatief is bijna drie jaar onderweg. Volgens de initiatiefnemers is al veel bereikt – met dank aan de centrale rol die telers innemen binnen de campagne.
Of het initiatief in 2015 een vervolg krijgt, is echter nog de vraag. De komende maand moet duidelijk worden of er binnen de aardbeiensector voldoende draagvlak en daarmee voldoende budget is om door te gaan. Er lijkt enige verdeeldheid binnen de sector.
De basis voor het Hollandse Aardbeien-initiatief werd gelegd in 2011. Via social media kreeg een groep van zo’n 25 aardbeientelers steeds meer contact met elkaar. En groeide bij hen de overtuiging dat ze ook meer contacten moesten zoeken met de consument. “Het stak telers dat er in het voorjaar nog Spaanse aardbeien in de supermarktschappen lagen, terwijl er ook voldoende Hollands product beschikbaar was”, vertelt Mark van Aert, voorzitter van het Hollandse Aardbeien-initiatief. “Dat wilden deze telers veranderen, en tegelijkertijd ook de meerwaarde van de Hollandse aardbei onder de aandacht brengen. Deze zijn lekker, duurzaam én worden met passie geteeld.”
Consumenten benaderd
De groep telers benaderde de consument op eigen houtje, via Twitter, een website en een seizoenopening in de vorm van een ludieke guerrilla-actie. “Het één-op-één-contact met consumenten leverde dusdanig veel positieve reacties op dat de telers besloten er een initiatief voor de hele sector van te maken. Ook omdat zij de noodzaak zagen voor een collectieve promotie. De telers bleven echter de spil waar het initiatief om draait. De social media-berichten komen bijvoorbeeld van de ondernemers zelf, ook maken zij hun opwachting tijdens evenementen in de eigen omgeving. De initiatiefgroep was bereid daar zelf tijd en energie in te steken, ten behoeve van de hele sector. Wel onder de voorwaarde dat er voldoende draagvlak is binnen de sector: de inspanningen moesten gewaardeerd worden. Dat is altijd het uitgangspunt geweest.”
Enquête
Het Hollandse Aardbeien-initiatief ging in 2012 officieel van start. In het eerste jaar werden de benodigde financiële middelen opgehoest door individuele telers en door enkele afzetorganisaties; dit gebeurde allemaal op vrijwillige basis. In 2013 kwamen er financiële bijdragen van vrije telers en individuele telers aangesloten bij Veiling Hoogstraten/CLTV Zundert, Fruit World Breda en Fossa Eugenia. Ook deden Fruitmasters, Veiling Zaltbommel, The Greenery en ZON fruit & vegetables een bijdrage uit collectieve middelen. “Ruim 85 procent van alle aardbeientelers in ons land droeg op deze manier een financieel steentje bij”, blikt Van Aert terug.
Vorig jaar deed circa 60 procent van de aardbeientelers een duit in het zakje. Het totale budget van € 55.000 kwam van individuele telers, daarnaast deden Fruitmasters, Veiling Zaltbommel en ZON fruit & vegetables een collectieve bijdrage.
Of er voor 2015 voldoende middelen beschikbaar komen, is nog onduidelijk. “Begin september is een enquête uitgedaan naar alle aardbeientelers, waarin we vragen naar hun mening over het initiatief. De uitkomsten zetten we binnenkort op een rijtje. Afhankelijk van de animo krijgt het initiatief al dan niet een vervolg. Om verder te gaan, moet minimaal vijftig procent van de telers de activiteiten te ondersteunen.”
Effect niet meetbaar
Hoewel de toekomst nog onduidelijk is, heeft de Hollandse Aardbeien-campagne volgens de initiatiefnemers al veel teweeggebracht. “Het precieze effect van de activiteiten is niet meetbaar”, zegt Van Aert. “Zelf heb ik het gevoel dat de campagne helpt om de prijs op niveau te houden, daarbij hebben de activiteiten behoorlijk wat naamsbekendheid opgeleverd. We krijgen veel aanvragen van bedrijven en organisaties die bij ons ‘in de keuken’ willen kijken. Ook komen er veel aanvragen van retailers, die onze promotiematerialen willen bestellen. Daarnaast kijken andere producentenorganisaties met een schuin oog naar de aardbeien: we zijn de eerste agrarische gewasgroep die haar promotie eigenhandig op de rails heeft gekregen. Telers die zelf opstaan, in gesprek gaan met de consument en dit zelf financieren; dat is uniek. Dat opent ook deuren die anders gesloten blijven – bijvoorbeeld bij media -, daarbij merken we dat consumenten het contact met telers waarderen. Telers kunnen zaken goed en met passie overbrengen. Niet voor niets startten andere productgroepen met ‘Samen Sterk’ een soortgelijk initiatief op.”
Joan Bus, landelijk gewasmanager Aardbei bij Vollegrondsgroente.net en penningmeester van het Hollandse Aardbeien-initiatief, ziet ook dat de activiteiten effect genereren. “In vrijwel alle supermarkten is er nu keuze tussen Spaanse en Hollandse aardbeien, ook in het vroege seizoen.”
Wrijving
Dat afgelopen jaar minder telers bereid waren een financiële bijdrage te doen, verklaart Van Aert onder meer door het feit dat veel ondernemers ervan uitgaan dat collegatelers of afzetorganisaties de promotie wel zullen oppakken. “Voor de kartrekkers van het initiatief, een groep van zo’n twintig telers, beginnen de inspanningen echter steeds zwaarder te wegen. Zij dragen financieel bij aan het initiatief, en steken er ook veel tijd in. De telers willen echter niet in hun eentje de schouders eronder blijven zetten, ten behoeve van de hele sector. Consumenten overtuigen is bijna eenvoudiger dan collega’s! Dat gaat steeds meer wringen. Dit gezamenlijke initiatief kan alleen blijven bestaan als ook sprake is van collectieve ondersteuning.”
Joan Bus signaleert deze wrijving ook. “De actieve telers zien het belang van contact met de consument. Sommige telers kijken hier anders tegenaan. Zij hebben hier geen gevoel bij en geen geloof in promotie richting de burger. Iets dat hierbij wel nodig is. En inderdaad hebben voorlopers er een beetje genoeg van dat zij altijd hun nek moeten uitsteken. De kracht van het initiatief en de acties schuilt in de centrale rol voor de teler als initiatiefnemer, uitvoerder en drager van de acties en als gesprekspartner voor de consument. Dit is heel anders dan een advertentiecampagne waar je zelf weinig werk mee hebt, en vergt dus ook flink wat pionierswerk. Daarbij is waardering van collega’s een must.”
Kritiek
Een ondernemer die kritisch is over het Hollandse Aardbeien-initiatief is Albert van Os uit Waardenburg. Volgens hem hebben de campagneactiviteiten nauwelijks iets teweeggebracht. “De zaken moeten grootser worden aangepakt. Bijvoorbeeld door in de voetsporen van de Kanzi-appel te treden en spotjes en advertenties in landelijke media te plaatsen. Dat kost meer geld, maar dan bereik je ook meer.”
Veel te winnen
De toekomst van het Hollandse Aardbeien-initiatief is dus nog onzeker. Mark van Aert vindt het ‘enorm jammer’ wanneer de stekker uit het initiatief moet worden getrokken. Vanwege alles wat al bereikt is, maar ook omdat het belang van een collectieve aanpak volgens hem heel groot is. “Met het wegvallen van het Productschap Tuinbouw, is dit nog de enige collectieve promotie voor aardbeien. Daarbij blijft het areaal in de aardbeiensector behoorlijk groeien; een initiatief als Hollandse Aardbeien kan helpen de sector gezond te houden. Vooral omdat er wat consumptie betreft nog veel te winnen is: ten opzichte van consumenten in de ons omringende landen eten Nederlanders nog relatief weinig aardbeien. Er is dus meer dan voldoende noodzaak om door te gaan, maar er moet wel draagvlak zijn. En samen kunnen we heel veel bereiken, dat is de afgelopen jaren wel gebleken!”•