Instrumenten in GMO-regelgeving om product uit de markt te halen, worden nu nauwelijks toegepast.
De Europese Commissie wil een betere set maatregelen zodat telersverenigingen wel maatregelen als ‘groen-oogsten’ of ‘niet-oogsten’ zullen gaan gebruiken. Dat schrijft de Europese Commissie in een rapportage over GMO aan het Europees Parlement en de Raad. De Europese Commissie werkt aan wijzigingen van GMO voor 2016, maar gaat in deze rapportage niet in op de Ehec-ervaringen uit 2011.
Uit cijfers van 2008 tot en met 2010 blijkt dat 2,8 procent van de totale jaarlijkse GMO-uitgaven voor crisispreventie- en crisisbeheersingsinstrumenten bestemd was (gemiddeld 35,6 miljoen euro per jaar). Dat is dus vòòr de Ehec-crisis toen wel veel product uit de markt werd genomen. In de onderzoeksjaren 2008 tot en met 2010 werd aan gebouwen 517 miljoen euro uitgegeven gemiddeld per jaar, blijkt uit de rapportage. Dat is meer dan 40 procent van de uitgaven (geld van telersverenigingen inclusief GMO-subsidie).
In totaal werd in die jaren voor gemiddeld 8,3 miljoen euro groente of fruit uit de markt genomen. Het meeste geld van de pot crisismaatregelen (bijna 14 miljoen euro per jaar) werd gespendeerd aan oogstverzekeringen, blijkt uit het overzicht. De commissie concludeert dat vooral kleinere producentenorganisaties regels voor het uit de markt nemen van product onaantrekkelijk vinden en te complex. De vergoeding is te laag, zo maakt de commissie op uit de inbreng en cijfers van de lidstaten.
In de meeste lidstaten zijn de uitgaven voor strategische maatregelen, zoals onderzoek en experimentele productie, nog steeds verwaarloosbaar. Die maatregelen moeten het concurrentievermogen, inkomensstabiliteit en marktvraag juist versterken. Aan milieuacties werd bijna 24 procent van de GMO-uitgaven (298 miljoen euro) besteed. Volgens de commissie is het bij verschillende lidstaten onvoldoende als prioriteit in de landelijke regels opgenomen.