“We hebben al twee weken zulk mooi weer. Het zijn gewoon zomerse teeltomstandigheden”, zegt Wouter Moerman in Maasbree.
Hij teelt twee rassen vleestomaten staan: 3 hectare van de grove Foronti en 1 hectare Kanavaro die hij beide op 22 november heeft geplant. Van Kanavaro oogst hij al 4 weken en begint de derde tros te kleuren. De oogst van Foronti is in week 9 gestart. “De eerste tros is heel grof geworden. Ongeveer 80 procent is BBB met een gemiddeld vruchtgewicht van 280 gram. Het ziet er mooi uit. De vrucht is niet hoog rond en niet plat, hij zit er tussenin.” Ook Kanavaro heeft een prima kwaliteit. Het gemiddeld vruchtgewicht ligt tussen 150 en 160 gram.
Hoge etmalen
Het mooie weer leidt tot sterke groei en goede zetting. De dief die hij in week 9 heeft aangehouden staat er sterk op. “Ik kan hoge etmaaltemperaturen draaien van 20 a 20,5 graden waarbij ik de nachttemperatuur wat omhoog heb gehaald om de doorkleuring te stimuleren.” Overdag hanteert hij een ingestelde kastemperatuur van 25 graden waarbij de minimumbuis op licht wordt afgebouwd van 45 naar 35 graden. De voornacht staat op 16 graden en de nanacht op 19 graden na een zonnige dag en 16,5 graden na donker weer. “Maar dat laatste hebben we al twee weken niet meer gehad.” In de nacht ligt het hoofdnet op 35 graden en de groeibuizen op 55 graden. “Alles is nu gericht op een snelle afrijping van de vruchten. Snel lossen komt ten goede aan de plant en de zetting. Wat je nu aanlegt wordt half mei geoogst, normaal een periode met heel veel licht.”
Nog hogere K-behoefte
Doordat de ramen meer open gaan valt het niet mee nog hele hoge CO2-concentraties te realiseren. “Maar we doseren volle bak door want de warmte kunnen we ’s nachts nog steeds goed gebruiken.” De watergift ligt nu rond 3 milliliter per Joules instraling. “Er zijn al dagen dat we 4,5 liter per vierkante meter gegeven hebben.” De ec in de mat ligt op 3,3 en zakt geleidelijk naar 3. De samenstelling van de mineralen wordt iedere week geanalyseerd. “Rond de eerste oogst is de kali-behoefte altijd het hoogst, maar hij lijkt nu nog hoger dan andere jaren dus we stellen het schema geregeld naar boven bij.”
Het gewaswerk is nu in een wekelijks routineschema van dieven, snoeien, ringen, zakken en blad snijden gekomen. Daarnaast wordt iedere week een blaadje uit de kop gehaald met een mesje. “Ik laat dat door een vast persoon in een aparte werkgang doen. Dat kost misschien wat extra tijd maar dan weet ik wel dat het goed gebeurt.”
Chemie in de kast
In de gewasbescherming is het nog rustig. Wel heeft Moerman bij de gevels wat wittevlieg gevonden. Daar zijn extra sluipwespen uitgezet, een mix van Encarsia en Erethmocerus. Volvelds heeft hij later eenmalig 5 poppen van de sluipwespen uitgezet. Eind januari en half februari heeft hij Macrolophus uitgestrooid met een paar kokers extra waar meestal de meeste wittevlieg zit. “Je ziet Macrolophus nu terug in de uitzetpaden en van Encarsia zie je wel wat parasitering. Het is allemaal nog niet genoeg, maar ik hou de chemie nog in de kast. Als het echt uit de hand dreigt te lopen kan ik eerst nog gele linten op gaan hangen.”