Groenteteelt in Nederlandse kassen is duurzamer dan de teelten in andere Europese landen. Dat concludeert Cecilia Stanghellini van Wageningen UR Glastuinbouw, die in een EU-project de tuinbouw in Nederland, Spanje en Hongarije naast elkaar zette.
Alleen met het gebruik van aardgas scoort Nederland minpunten. “Maar op alle andere milieuaspecten doet ze het beter”, zegt Stanghellini in WUR-magazine Resource. De lage milieu-impact komt vooral door het hergebruik van meststoffen en water in de kas.
De ideale combinatie van substraatteelt en recirculatie van ater wordt door 90 procent van de Nederlandse tuinders gebruikt, tegen 20 procent van de tuinders in Spanje. nadelig voor de Spaanse score is ook het feit dat de folie van kunststof kassen maar twee tot drie jaar meegaat, waarna het plastic in het milieu terecht komt. Stanghellini: “Glastuinbouw, waarbij de kassen 15 tot 20 jaar meegaan, scoort wat dat betreft beter. Bovendien zijn die kassen beter geïsoleerd en worden ze beter geventileerd. Dat komt de productie ten goede, zodat de milieuvervuiling per eenheid product omlaag gaat.”
Spanje is wel beter gaan scoren op het gebruik van chemische middelen. Een direct gevolg volgens de onderzoekester van de ophef die in 2006 in Duitsland ontstond over de aangetroffen residuen op Spaanse producten. “90 procent van de Spaanse tuinders werkt inmiddels met Integrated Pest Management, ofwel biologische bestrijding van plagen.”
In Hongarije worden veel kassen verwarmd met aardwarmte, waardoor die heel goed scoren op duurzame energie. Maar de Hongaarse tuinbouw gebruikt veel kunstmest, bestrijdingsmiddelen en water die niet worden hergebruikt. Het sluiten van de irrigatie-kringloop is niet alleen beter voor het milieu, maar ook rendabel, aldus Stanghellini. Uit een Italiaanse studie blijkt dat de tuinders de investeringen in een kringloop-kas in twee jaar kunnen terugverdienen. Toch gebeurt dat nog niet, omdat de tuinders dat advies niet krijgen en de technologie niet vertrouwen.