Tot aan de Raad van State probeert tuinder Kees van Velzen uit Erica zijn gelijk te halen: de gemeente Emmen had geen toestemming mogen geven voor een voor zijn komkommers schadelijke kas vol papegaaien.
Voor komkommerteler Kees van Velzen uit het Drentse Erica is de Raad van State zijn laatste hoop op bescherming tegen de papegaaienopvang naast zijn bedrijf. Van Velzen ging woensdag naar de hoogste bestuursrechter, nadat eerdere bezwaren en juridische stappen niet hetgewenste resultaat hadden. De vergunning die de vestiging van de noodopvang voor papegaaien mogelijk maakte, moet van tafel, aldus Van Velzen.
De tuinder vreest aantasting van zijn gewassen door witte vlieg, spint en trips, die afkomstig zijn van de papegaaienopvang, die er intussen al enige tijd zit. Ook mussen en muizen worden door Van Velzen gevreesd, omdat die afkomen op vogelzaad en ziekten kunnen overbrengen. Zijn bedrijf aan de Warmoesweg heeft al eerder te maken gehad met een mislukte oogst door witte vlieg.
Volgens Van Velzen wordt hij nu op kosten gejaagd om zijn komkommers te beschermen. Bovendien teelt hij voornamelijk biologische komkommers. Daarbij wordt hij beperkt in het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De gemeente Emmen doet in zijn ogen niets om schade aan de komkommers te voorkomen.
Onderzoek door DLV
Pas na tussenkomst van de voorzieningenrechter in Assen kwam de gemeente in actie. Een deskundige van DLV Plant werd aan het werk gezet om te onderzoeken of bij de papegaaienopvang insecten voorkomen, die schadelijk zijn voor Van Velzens bedrijf. De aanwezigheid van muizen en mussen werd niet onderzocht.
De conclusie van het onderzoek was dat er alleen wat spintmijt werd aangetroffen. De deskundige erkende wel dat het onderzoek plaatsvond in een periode waarin insectenplagen weinig voorkomen. Maar hij kon het onderzoek niet op een ander tijdstip uitvoeren, omdat de voorzieningenrechter snel onderzoeksresultaten wilde zien.
Naderhand vond de rechtbank in Assen het niet nodig dat er een vervolgonderzoek kwam in een periode waarin insecten vaker voorkomen. Volgens de rechtbank kon de gemeente zo’n onderzoek ook niet eisen van de papegaaienopvang. De kritiek van Van Velzen op het onderzoek van DLV Plant vond de rechtbank niet aannemelijk. Hij had niet met een eigen onderzoek tegenbewijs geleverd.
‘Zwaar overdreven’
De voorzitter van de stichting Papegaaienhulp vindt de kritiek van Van Velzen zwaar overdreven. Sinds het onderzoek van DLV Plant houdt een ander bedrijf continu de vinger aan de pols om insectenplagen bij de opvang te signaleren. Maar volgens Van Velzen stelt die monitoring niets voor.
Hij klaagde bij de Raad verder over het enorme lawaai van de papegaaien. De ramen van de kassen waarin de papegaaien zijn ondergebracht, zouden regelmatig open staan. De afstand tot de kassen van Van Velzen is nauwelijks meer dan 3 meter. Maar de gemeente stelt dat het lawaai binnen de normen blijft van het Activiteitenbesluit.
De Raad van State oordeelt over zes weken.