De schade door Clavibacter op twee tomatenbedrijven komt niet in aanmerking voor vergoeding uit een op te richten schadefonds (plantgezondheidsfonds). De sector mist verder een tijdelijke schaderegeling door het verdwijnen van het PT.
In februari werd op twee teeltbedrijven Clavibacter vastgesteld. De NVWA laat weten dat voor één bedrijf de teelt niet meer rendabel vol te houden was na het verwijderen van besmette planten met buffer. Een toelichting geeft NVWA niet, omdat het bijhouden van de vervolgstappen van een teler, zoals de kas leeg laten of een ander gewas planten, niet onderdeel is van de taken van de NVWA.
Intentieverklaring
Juist vorige week ondertekenden de partijen uit het landbouwbedrijfsleven en overheid een intentieverklaring voor het op te richten plantgezondheidsfonds. De daadwerkelijke inrichting en werking zal zeker maanden in beslag nemen, verklaart LTO desgevraagd.
Dossierhouder Tiny Aerts van LTO Glaskracht Nederland laat weten dat schade door Clavibacter in de plannen voor een toekomstig Plantgezondheidsfonds is opgenomen. Wat de consequenties zijn van de uitbraak voor de getroffen bedrijven kon Aerts niet zeggen. Hij is vanwege een tuinbouwbezoek in China.
Grote gevolgen
De gevolgen van een uitbraak van een quarantaine organisme voor individuele ondernemers zijn groot, al geldt voor Clavibacter niet dat een hele kas geruimd wordt, alleen de zieke planten en een buffer daaromheen. Om de financiële schade te beperken, zijn afgelopen jaren steeds wel regelingen ingesteld met een beperkte vergoeding voor de getroffen ondernemers, zoals bij de paprikasnuitkever. Voor financiering van deze regelingen kon vanwege het sectorbelang via het Productschap Tuinbouw een beroep worden gedaan op alle telers, kwekers en handelaren. Met het verdwijnen van de productschappen is deze mogelijkheid verdwenen.