De consument gunt groente- en fruittelers een fatsoenlijke boterham.
Regionaal dagblad BN-DeStem heeft op haar website een enquête geplaatst met de vraag of lezers iets meer willen betalen, als dat geld ook werkelijk naar de tuinder gaat. Maandagmorgen hebben 725 personen op deze enquête gereageerd. Bijna 62 procent is bereid een hogere prijs te betalen als dat de tuinders vooruit helpt. Wel met de kanttekening dat het achter de laptop of boven de tablet wat makkelijker is sympathie te krijgen voor die zielige tuinders, dan achter de winkelwagen in supermarkten die stuk voor stuk schreeuwen de goedkoopste te zijn.
Aanleiding voor deze de tuinder wellicht moed gevende enquête-uitslag is een uitgebreid artikel afgelopen zaterdag in BN-DeStem over de bedrijfseconomische situatie in de tuinbouw. Op de bovengenoemde website staat een samenvatting van dit verhaal.
Het grootste probleem, zeggen de boeren, zijn de wurgcontracten die hen worden opgelegd door supermarktketens. Die bepalen meer en meer de prijs die telers vanwege de concurrentie te slikken hebben. De consument profiteert daar niet van, en dat steekt. Grootwinkelbedrijven stellen op hun beurt met ‘correcte’ contracten te werken, maar maken niet duidelijk waar de marge tussen markt en winkelschap verdwijnt. Kortom, het is het aloude liedje: supermarkten zijn geen partij in deze situatie.
Onduidelijk is wie de marge tussen markt en winkelschap in zijn zak steekt. De consumentenbond meldt daarover geen inzicht te krijgen, Logisch, want we hebben het hier wel over een kip met gouden eieren. Het CBL weet ook van niets. Ook logisch want deze club laat het wel na haar eigen nest te bevuilen. Belangenorganisatie ZLTO dan: zij weet wie wegloopt met de bedragen die hun terecht klagende leden horen te verdienen. Dan is de volgende stap niet zo moeilijk meer, lijkt me, met voedselproducerende 16.000 leden.