Een glastuinder mag verlies van de maatschap op zijn inkomsten aftrekken, ook als het gaat om een deel van een oninbare schuld van de zoon aan de maatschap.
Dat blijkt uit een uitspraak van de meervoudige belastingkamer. Daarmee zet de rechtbank een streep door de opstelling van de belastingdienst die vond dat de maatschap de zoon moest verplichten het tekort aan te zuiveren. Het gaat daarbij om enkele tonnen schuld, ontstaan in de laatste verliesgevende jaren van de onderneming.
De tuinder heeft volgens de rechtbank voldoende aangetoond dat de schuld van de zoon oninbaar is. Daarvoor zijn inkomensgegevens van de zoon overlegd en een brief van de Rabobank dat de zoon niet kan lenen om de schuld te voldoen aan de maatschap.
Het bedrijf uit het midden van het land kreeg in 2004 van de Rabobank het advies activiteiten te staken. Het bedrijf is doorgezet totdat in 2009 het bedrijf aan een projectontwikkelaar werd verkocht voor 180 euro per meter. In 2004 zou het bij gedwongen verkoop 40 euro per meter hebben opgebracht en zou een restschuld zijn ontstaan.
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht