Octrooien, patenten, auteursrecht. Wettelijke middelen om een hoogstandje van de hersenen te beschermen tegen het veel minder hoogstaande kopiëren van dat idee. Wettelijke middelen om een businessmodel te beschermen.
Er zijn nog veel meer manieren in zwang die zorgen voor een winstgevende bedrijfstak. In de medische beroepen, maar ook bij dierenartsen en journalistiek bijvoorbeeld is het aantal opleidingsplaatsen beperkt en afgestemd op de verwachte vraag. Het aantal beroepsbeoefenaars blijft zo beperkt en de inkomens blijven zo op peil. De wachtrijen ook trouwens. Wat te denken van de monopolies van (semi-)staatsbedrijven en voormalig staatbedrijven. Bedrijven als Gasunie en Enexis, maar ook bedrijven als KPN hebben dan ook grote moeite met een klantvriendelijke handelswijze. Men heeft dat niet zo nodig, je kunt toch niet naar een ander.
De banken hebben het nog beter bekeken. Een winstmodel gebaseerd op lage rentes vastgesteld door de centrale bank aan de leiband van de overheid en het risico volledig afgedekt door de belastingbetaler. Een businessmodel om je vingers bij af te likken. Ondertussen worden in de diepste krochten producten verzonnen en met veel winst verkocht die niemand begrijpt (zelf door de leiding van de bank niet) en waar niemand wat aan heeft behalve degene die erin handelt. Het blijft gewoon doorgaan want ook de toezichthouder snapt er niets van.
Het zou te ver voeren om een uitputtend overzicht te geven, maar daarnaast heb je onder andere nog de oligopolie, joint ventures en de glijdende schaal van de kartels en steekpenningen om te garanderen dat je bedrijf winst maakt. Dit zijn de bedrijven waar wij zaken mee moeten doen, wiens product of dienst wij moeten inkopen voor aanzienlijk bedragen. Die bedragen zijn zo hoog door de bescherming die de bedrijven wettelijk geboden wordt. Welke bescherming genieten wij? Niets dus. Integendeel zelfs, wij ontvangen zoveel subsidie dat de productie hierdoor tot grote hoogte opgejaagd wordt en ons businessmodel daardoor alleen maar verslechtert. De burger en consument varen er wel bij. Een goedkoop voedselpakket en onderhoud van het landschap voor een koopje.
In andere sectoren waar men “niets” heeft is soms nog een ontsnapping mogelijk via het merkenrecht. Iedereen kan Coca Cola maken, maar niemand mag het verkopen want het merk is beschermd. Voor onze sector is dit naar mijn mening geen optie. Ten eerste omdat de omzet te laag is om de marketingkosten die nodig zijn om voortdurend je merk van waarde te voorzien goed te maken en ten tweede omdat je product niet altijd hetzelfde is. Kwaliteit is weersafhankelijk. Je merk verliest al zijn waarde bij een aankoop waarin de consument iets anders aantreft dan verwacht.
Een gevolg van al die beschermde business modellen is niet alleen veel winst in de betreffende sectoren, maar ook veel inkoopmacht om talent binnen te halen. Anders gezegd: men kan het zich veroorloven hoge lonen te betalen. Wij niet. Wij zijn aangewezen op het binnenhalen van arbeidskrachten uit andere landen en daar worden we nog op aangekeken ook. Ik was altijd in de veronderstelling dat we leefden op een plek met gelijke rechten en gelijke kansen voor iedereen. Sommigen zijn blijkbaar toch meer gelijk dan anderen.
Overigens hadden (en hebben) wij wel iets. Namelijk de coöperatie. De effectiviteit hiervan is vergeleken met bovenstaande modellen echter kleiner naar mijn idee en helaas hebben we deze zelf nog verder doen afnemen door intern verdeeld te raken. Daarbij geholpen uiteraard door de handel die geen belang heeft bij een sterke coöperatie, maar liever een verdeel en heers strategie uitvoert. Maar toch, iets is beter dan niets. Denk daar eens over na.