De Raad van State heeft voorkomen dat een boerderijwinkel met verkoop van groente en fruit de deur moet sluiten door toedoen van een concurrent.
De gemeente Geertruidenberg had de activiteiten al verboden nadat klachten waren binnengekomen van een direct betrokkene met deels dezelfde productie. Door de gemeente was al een dwangsom opgelegd aan de boerderijwinkel. Ook de rechtbank Zeeland-West Brabant oordeelde al dat het bedrijf tegen de regels opereerde. De Raad van State oordeelde dat het bedrijf misschien niet voldeed aan het bestemmingsplan, maar dat het overgangsrecht van toepassing was. Het bedrijf verkocht al groente en fruit van onder meer eigen bedrijf sinds 1999.