De EU moet de sancties die het heeft ingesteld tegen Rusland heroverwegen, omdat de economische schade van vergeldingsmaatregelen groter is dan de schade die Rusland lijdt.
Dat heeft de Hongaarse premier Viktor Orbán gezegd in een radio-interview. Ook de premiers van Tsjechië en Slowakije zijn kritisch.
“In politiek heet dit jezelf in de voet schieten”, zei Orbán, die compensatie voor agrariërs steunt. Een Russische landbouwboycot treft volgens het Hongaarse ministerie van landbouw minder dan 30 procent van de Hongaarse landbouwexporten naar Rusland en minder dan 1 procent van de totale exporten.
Orbán’s Slowaakse ambtgenoot Robert Fico noemde eerder deze week de sancties “betekenisloos” en sprak de zorg uit dat sancties economische groei in de EU schaadt. Fico vroeg zich hardop af wie baat heeft bij een “EU economie die krimpt, een Rusland met economische zorgen en Oekraïne economisch op de knieën?”
Fico adviseerde Oekraïne ook geen sancties in te stellen tegen Rusland omdat dit ertoe kan leiden dat Rusland weigert gas te leveren aan Oekraïne, dat dan mogelijk gas dat voor andere landen bedoeld is maar door Oekraïne stroomt, gaat afromen. Rusland stelde eerder landbouwsancties in tegen Oekraïne.
De Tsjechische president Miloš Zeman zei tegenover Tsjechische televisie dat sancties tegen Rusland “zinloos en inefficiënt zijn” en een vertrouwenscrisis voeden. In juli baarde Orbán nog opzien door tijdens een speech in Roemenië te zeggen dat “de tijd van liberale democratieën” voorbij is. Volgens Orbán zijn meet autoritair geleide landen als Rusland, China en Turkije schijnende voorbeelden.