De Europese Commissie wil af van de vele kunstmatige producentenorganisaties die bestaan om GMO te innen.
Die kunstmatige organisaties zijn blootgelegd bij controles van de auditdiensten. Om daar een eind aan te maken circuleren voorstellen om het minimumaantal leden voor GMO-erkende telersverenigingen te verhogen. De Commissie stelt dat voor grotere groepen telers het moeilijker is om een kunstmatige organisatie op te zetten.
Tijdens het beheerscomité groente en fruit in Brussel deze week bleek de Europese Commissie bereid om kleine telersgroepen uit de GMO-regeling te halen en deze steun te laten krijgen via de nieuwe verordening rond plattelandsontwikkeling. Grotere producentenorganisaties met veel leden zouden dan via het specifiek GMO‐stelsel voor groenten en fruit van steun kunnen genieten. Het zou voor veel lidstaten ook een verbetering betekenen doordat minder controle nodig is door de lidstaten. Dat geldt veelal voor lidstaten die later tot de EU zijn toegetreden, Oost-Europese lidstaten dus. Zij hebben een lagere organisatiegraad en kunnen minder gebruik maken van de middelen.
Door mogelijk omzetgrenzen in te bouwen, lijkt het plan van de Europese Commissie niet bestemd voor West-Europese telers die af willen van het beknellende GMO-stelsel. Nederland heeft bovendien al een hogere minimumgrens voor GMO dan andere EU-landen. Afzonderlijke lidstaten zijn daar vrij in.
Het voorstel van de Europese Commissie leidde tot veel reacties bij lidstaten afgelopen dinsdag. Mogelijk kan een overgangstermijn tot 2020 de lidstaten helpen de veranderingen soepel door te voeren, denkt de Europese Commissie.