“Je belt voor ‘Geluiden uit het veld’? Dat treft, want ik sta in het veld”, reageert Piet Sonneveld in Dreischor eind vorige week op een avond.
“Ik ben even aan het kijken hoe het gewas erbij staat. De planten staan in ieder geval naar tevredenheid. Ik denk dat de ontwikkeling iets achterloopt, maar het valt al met al wel mee; in de vroegste rassen zie je de eerste spruitzetting. Voor de komende week tot 10 dagen geeft het weerbericht groeizaam droog weer af, vannacht is er nog 17 millimeter neerslag gevallen. Juli en augustus zullen bepalend zijn, maar als er geen gekke dingen gebeuren denk ik dat het met de teelt wel goed zal komen.”
België helemaal ‘leeg’
Wat het areaal in Nederland betreft, rekent Sonneveld niet op grote verschuivingen. “In België schijnt er wel een aardige uitbreiding te zijn, de industrie moet daar helemaal ‘leeg’ zijn, die lijken er behoorlijk aan te trekken. De echte vraag is echter hoe het er in Engeland bij staat. We hebben er afgelopen seizoen het meeste profijt van gehad dat het daar niet goed ging met de productie.”
Gewasbescherming en bemesting
In de eigen teelten zijn de vroegste rassen in week 26 bijbemest met 150 kilo KAS per hectare. “Dat was in Davlin, Abacus, Irene en Gustus. We hadden het gevoel dat die plantingen wel wat extra stikstof konden gebruiken, maar niet te veel. Ik gooi er de stikstof het liefst in gedeelten op.”
Alle rassen zijn inmiddels behandeld met Karate, de vroegste al twee keer. “Dat is vooral tegen de koolmot. De vroege rassen zijn nu schoon, in de latere rassen zit nog wel een enkel exemplaar. Die wil ik deze week (week 27) nog spuiten. De spruitzetting is er nog niet op gang gekomen, dus gevaar is er nog niet.”
Luizen zaten er toen nog niet. “Maar je moet wel alert zijn. Mijn adviseur raadde me aan al wel Calypso op de vroegste plantingen te zetten. Slakken moet je ook in de gaten houden. We houden de buitenkanten van de percelen in ieder geval bij. Een paar percelen zijn een paar keer helemaal behandeld, daar stonden vorig jaar aardappelen. Ik zag daar toen slakken, maar ik denk dat ik er inmiddels al aardig wat heb opgeruimd.”
De onkruidbestrijding in de vroege rassen is goed gelukt. “Daar is voor het sluiten van het gewas nog geschoffeld, maar dat had voor het onkruid niet eens meer gehoeven.” In de laatste plantingen is het resultaat wat minder. “In een paar stukken moet ik er nog met de hand doorheen. Nu ik er doorheen loop, trek ik er hier en daar vast een onkruidje uit.”