Pachter moet schade aan kas betalen

Een pachter van een kas is verantwoordelijk voor de schade aan de verwarmingsinstallatie door bevriezing.

De leegstand van de beschadigde kas na de pachttermijn kan niet aan die pachter worden toegeschreven. Dat oordeelt het Gerechtshof van Arnhem-Leeuwarden in hoger beroep. De toegerekende schade bedraagt volgens de rechter 15.000 euro en niet een veelvoud zoals de verpachter had geëist.

De verpachter had namelijk een bankgarantie ingeroepen van de pachter en had met die 15.000 euro de schade kunnen verhelpen aan de verwarmingsinstallatie. De schade voor leegstand komt dus voor rekening van de verpachter die in 2008 en 2009 de kas van 1,2 hectare verpachtte. De verpachter stelt dat geen reparateur voor dat bedrag de installatie wil repareren, maar de rechtbank vindt dat onvoldoende onderbouwd.

Volgens de rechter is duidelijk geworden dat de pachter niet zorgvuldig genoeg het water heeft  afgetapt uit het systeem.  De pachters beroepen zich op het ontbreken van afschot in de hijsverwarming is, waardoor lokaal in de installatie water heeft kunnen blijven staan.