‘Dan kun je natte brokken krijgen, die keihard opdrogen’

De eerste spruitkoolplanting van Piet Sonneveld in Dreischor stond op het programma voor 10 april. Dat is een paar dagen verlaat omdat de wintervorst toen nog niet geweken was. “Die planten hebben even op het erf gestaan onder een afdekking met doek. Dat ging prima, hoewel het op het laatste toch nog zes graden vroor.”

Daarna ging het plantwerk zonder problemen. “Het is tot op heden super gegaan. We kunnen altijd rijden, en de grond ligt er fantastisch bij.”

De grond ploegen is alleen nog aan de orde als dat niet anders kan. In plaats daarvan wordt gewerkt met een soort cultivator, waarmee de grond tot op bouwvoordiepte wordt opgelicht en gebroken. De afgelopen jaren gebruikte Sonneveld daarvoor een werktuig, waarmee de grond daarbij nog te veel naar zijn zin werd gekeerd. Dit voorjaar is die vervangen door een TerraDig van Vogel & Noot: gelijkend op een groot uitvallen cultivator, met ondergronders die de grond nauwelijks mengen.

Deze grondbewerkingsaanpak is voor Sonneveld al een jaar of vijf gemeengoed voor spruiten na aardappelen. Dat is dan mede tegen aardappelopslag.

Voor het planten van de spruiten wordt het perceel dan wel eerst afgespoten met glyfosaat. “Onkruid is dus eigenlijk nooit een probleem. Een enkele keer heb je weleens wat last van resten aardappelloof voor het kouter van de plantmachine, maar doorgaans valt dat erg mee. Het meeste loof is in het voorjaar wel verteerd.” Na het planten volgt altijd een onkruidbestrijding met Butisan + Centium.

Natte ondergrond

Sonneveld komt nog even terug op de grondligging dit voorjaar. Die is mooi, stelde hij al vast, maar vaak vooral in de eerste 20 centimeter. Daaronder is die vaak nog opvallend nat, zo blijkt. Waarschijnlijk is dat een erfenis van het natte najaar 2012. “Ga je dan ploegen, dan haal je veel natte brokken naar boven, die drogen keihard op. Met die oude cultivator die we tot vorig jaar hadden, zou dat ook problemen kunnen geven. Met deze nieuwe TerraDig blijft die natte grond mooi zitten. Nu moet blijken dat de waterberging nog voldoende is, én uiteraard dat de weggroei van de spruiten goed is.”



De beperkte hoofdgrondbewerking sluit aan bij het idee van niet kerende grondbewerking. Op termijn zou dat de grondstructuur en gezondheid van de bodem ten goede moeten komen. “Dan zou dus je eigenlijk nooit meer moeten ploegen, dus ook niet na spruiten. Gezien de hoeveelheid oogstresten die je daarmee achterlaat, is niet ploegen dan altijd haalbaar. Wil je bijvoorbeeld uien na spruiten telen, dan moet je wel ploegen, anders worden die uien waarschijnlijk geen succes.”