Werkkostenregeling nóg niet verplicht

De werkkostenregeling zou aanvankelijk per 1 januari 2014 verplicht worden voor alle werkgevers. Dat is nu een jaar uitgesteld. Maar nu al overstappen heeft ook zijn voordelen.

Sinds 1 januari 2011 hebben werkgevers de mogelijkheid om onder de werkkostenregeling (WKR) te vallen. Onder die regeling hoeven vergoedingen, ter beschikkingstellingen en verstrekkingen niet meer op individueel niveau van de werknemer te worden geadministreerd. Wel gaan die dan automatisch tot het belastbaar loon behoren.

Werkgevers mogen aan een werknemer zaken vergoeden (in geld) of verstrekken (in natura) tot een waarde van maximaal anderhalf procent van het fiscale loon van die werknemer. Komt de door de fiscus berekende waarde van dei zaken boven die drempel van 1,5 procent uit, dan moet over het meerdere een eindheffing van 80 procent worden betaald. Van belang is dat u als werkgever beslist welke kosten u aanwijst als zogeheten eindheffingsbestanddeel (voor extra details klik hier).

U kunt dus ook voor 2014 nog kiezen of u gebruik maakt van de WKR of van de overgangsregeling. Bij het gebruikmaken van de overgangsregeling geldt de wettekst die op 31 december 2010 van toepassing was op de vergoedingen, ter beschikkingstellingen en verstrekkingen aan het personeel. Daarbij geldt één beperking voor het vergoeden of verstrekken van personeelsreizen en personeelsfestiviteiten Daarbij moet anders dan in 2010 nog gold sprake zijn van een gezamenlijk karakter en de deelname moet openstaan voor ten minste driekwart van de werknemers van uw bedrijf of een ‘organisatorische of functionele’ eenheid binnen uw bedrijf (een vestiging of afdeling). Tevens geldt sinds 2011 een maximum bedrag van van 454 euro per werknemer

en per jaar.

Tip

Voor wie de WKR nog niet toepast is het toch verstandig zich alvast te verdiepen in de systematiek, de keuzes die de werkgever moet maken en de aanpassingen die wellicht nodig zijn aan de (loon)adminsitratie.