Telerscoöperatie FresQ bracht vorige maand het jaarverslag 2011 naar buiten. Dat jaar – met Ehec en de voorbereiding op een forse uitbreiding van het ledenaantal – liet zijn sporen na in de organisatie, getuige de daling van de omzet en eigen vermogen. De coöperatie staat om verschillende redenen in de belangstelling (GMO en NMa), maar wil topman Jan de Boer voorlopig uit de media houden. Een aantal vragen over het jaarverslag konden we wel stellen aan Margot Hart, manager bestuurszaken bij FresQ.
Met jullie focus op glastuinbouw is de omzetdaling niet fors met 7,6 procent, gezien het Ehec-jaar. De daling is minder zwaar dan andere partijen met een breder productaanbod. Hoe verklaren jullie dat?
“Voor FresQ-begrippen is 7,6 procent fors. Maar vergeleken bij andere partijen valt het wellicht nog mee. Dat zou kunnen komen omdat we een kleine areaaluitbreiding hadden en omdat de omzet per vierkante meter hoger was dan voorheen.”
De commercieel directeur is deze plotseling zomer vertrokken na een verschil van inzicht over commercieel beleid. Wijzigt jullie beleid?
“Nee, het ging om de uitvoering. Hij heeft overigens wel een opzegtermijn en die zou hij uitdienen, maar gezien het commercieel oogpunt is het niet handig dat hij de werkzaamheden blijft uitvoeren als bekend is dat hij weggaat. Overigens vullen we de positie wel weer op. Er is nog geen vervanger.”
Houdt het vertrek van een handvol telers verband met het vertrek van de commercieel directeur?
“Nee, die zaken hebben niets met elkaar te maken.”
Wat was de noodzaak van de organisatiewijziging en hoe verhoogt dat de slagkracht? Meer mensen op hoge posities, ook een duurdere organisatie lijkt me?
“We zijn als organisatie gegroeid. Dat vraagt om een andere aansturing. Wat niet veranderd is, is dat we een platte organisatie blijven met korte lijnen. Die korte lijnen zorgen ervoor dat je als organisatie flexibel bent en snel in kunt spelen op veranderende omstandigheden. We blijven een, zoals ze dat wel noemen, mean en lean organisatie. Dus zo goed mogelijk je diensten voor leden en verkoopdochters uitvoeren tegen zo laag mogelijke kosten.”
Er staat ook in het jaarverslag dat initiatieven zijn genomen in combinatie met producten die buiten de FresQ-range liggen, zoals cressen en ingrediënten voor soep. Hoe maakt dat een gezonde toekomst voor telers?
“Het gaat hier nog niet om grote projecten. De projecten zijn met name bedoeld voor kennisuitwisseling met verschillende partijen in de keten. Bij dit soort projecten kijk je bij elkaar in de keuken en kun je ideeën opdoen voor de toekomst. Een win-winsituatie voor alle partijen die aan een project meewerken.”
De liquide middelen en het eigen vermogen zijn een stuk lager. Een eigen vermogen van 659.000 euro lijkt laag vanuit solvabiliteitsoogpunt. Hoe zien jullie dat zelf? Is dat geen kwetsbare positie?
“Bij de liquide middelen gaat het om een momentopname, daar kun je dus niet direct iets aan aflezen. Het eigen vermogen is inderdaad lager. Dit heeft te maken met de sterke vermindering van inkomsten door de Ehec-crisis en de extra kosten door de integratie van een groot aantal nieuwe leden. FresQ kijkt altijd in breder perspectief naar het eigen vermogen. Er wordt gekeken of het eigen vermogen over de jaren in balans is. Uiteraard wordt daar in de budgettering rekening mee gehouden. Dit is een beleid wat FresQ al tien jaar naar tevredenheid voert.