De Nederlandse overheid wil meer zeggenschap krijgen over het Europese landbouwbeleid.
Bij een grootscheepse vernieuwing van het Gemeenschappelijke Europese landbouwbeleid (GLB) wil Nederland bijvoorbeeld voortaan zelf zorg dragen voor het voorzien van redelijke inkomens van landbouwers ‘voor zover dat niet uit de markt kan komen’. “De verschillen binnen de EU zijn daarvoor te groot en kan beter op regionaal of landelijk niveau worden belegd”, schrijft Nederland. “Grotere subsidiariteit is nodig, onder het adagium: nationaal wat kan en Europees waar het moet.”
Dat blijkt uit de letterlijke Nederlandse inbreng in de consultatie voor het nieuwe landbouwbeleid. Dit jaar moeten gesprekken voor een nieuw EU-landbouwbeleid starten. Nederland heeft de enquête (die het toestuurde naar de Europese Commissie) met toelichting gepubliceerd.
Verduidelijking GMO
Nederland vraagt verder opnieuw om verduidelijking van de regelgeving en om richtsnoeren, onder andere rond de operationele programma’s groenten en fruit (GMO). Verder vraagt Nederland om duidelijkheid rond mededinging en crisiskartels. Ook wil Nederland instrumenten om het inkomen van boeren en tuinders te beïnvloeden.
Bovenwettelijk milieubeleid
Om dat inkomensbeleid vorm te geven, mikt Nederland wel op de koplopers in de sector. Zo zouden de directe betalingen uit het Europese landbouwbeleid in de toekomst volledig verdiend moeten worden met bovenwettelijk milieubeleid. Nu is 30% van de directe betalingen gekoppeld aan biodiversiteit, maar dat zou moeten worden uitgebreid naar zaken als CO2-vastlegging in de bodem, CO2-uitstoot en andere milieudoelen. Het koppelen van de steun aan marktstandaarden voor duurzame productie ziet Nederland alleen zitten voor pesticidegebruik, niet zozeer voor brede milieudoelen.