Een glastuinder uit Monster die zich strikt aan de regels rond de ketenregeling voor tijdelijke arbeidscontracten hield, moet een seizoenskracht van wie hij afscheid wilde nemen toch een nieuw arbeidscontract aanbieden. Dat volgt uit een recente uitspraak van de Haagse kantonrechter.
De rechter geeft met zijn uitspraak een ruimere uitleg aan de verplichtingen van werkgevers om hun jaren achtereen in dienst genomen seizoenskrachten werk te blijven aanbieden. De betreffende werknemer werkte al tien jaar lang van mei tot november voor de tuinder. Omdat de tussenpozen tussen elk contract meer dan drie maanden bedroeg (deze termijn wordt vanaf 1 juli aanstaande door de Wet Werk en Zekerheid verdubbeld naar zes maanden), ontstond er al die tijd geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd..
In augustus 2014 liet de tuinder de werknemer weten dat hij voor het nieuwe seizoen, startend in het voorjaar van 2015, geen nieuw arbeidscontract zou krijgen. Deze mededeling was voor de werknemer aanleiding om een gerechtelijke procedure te starten en te eisen dat de werkgever hem ook in 2015 een nieuw arbeidscontract zou aanbieden.
Arbeidsjurist Maarten van Gelderen, die namens G&F volgende week een webinar geeft over het nieuwe ontslagrecht volgens de Wet Werk en Zekerheid: “Het verweer van de werkgever lag voor de hand. Hij gaf aan dat er tussen elk arbeidscontract meer dan drie maanden tussenpoos zat en dat er daarom geen arbeidscontract voor onbepaalde tijd was ontstaan. Verder voerde de tuinder aan dat hij bovendien een bedrijfseconomische reden had om geen nieuw arbeidscontract aan te bieden. Deze reden, zo betoogde de werkgever, hoefde hij echter niet nader te onderbouwen omdat hij sowieso niet verplicht was een nieuw arbeidscontract aan te bieden.”
De Haagse kantonrechter komt in zijn uitspraak echter tot de conclusie dat er, door het verstrijken van de tijd en de vele tijdelijke arbeidscontracten, inmiddels wel sprake is van een duurzame arbeidsrelatie. Het is volgens de rechter waarschijnlijk dat de werknemer zijn huishouding en uitgavenpatroon in de afgelopen jaren heeft afgestemd op zijn inkomsten die hij verdiende uit hoofde van zijn seizoensarbeid.
Altijd goed gefunctioneerd
Dit betekent volgens de rechter dat de werkgever rekening moet houden met de belangen van de werknemer en hij op zijn minst inzichtelijk moet maken welke argumenten er zijn om geen nieuw arbeidscontract aan te bieden. De rechter stelt verder vast dat de werknemer altijd prima gefunctioneerd heeft en dat de werkgever plannen heeft om ook het aankomende seizoen opnieuw seizoenswerkers in te schakelen.
Omdat de werkgever niet heeft aangetoond dat hij een zwaarwegend(er) belang heeft om geen nieuw arbeidscontract aan te bieden, wordt hij veroordeeld om de werknemer ook voor het nieuwe seizoen een nieuw (tijdelijk) arbeidscontract aan te bieden.
Bedrijfseconomische redenen
Van Gelderen: “Deze uitspraak laat zien dat een werkgever zich niet altijd kan verschuilen achter het feit dat hij strikt genomen de wettelijke regels in acht genomen heeft. In situaties waarbij een werknemer al jarenlang een bepaald tijdelijk arbeidscontract aangeboden krijgt, kan een werkgever verplicht zijn om een dergelijk contract te blijven aanbieden. Wel laat de rechter voor de werkgever de mogelijkheid open om op basis van bijvoorbeeld disfunctioneren of bedrijfseconomische omstandigheden duidelijk te maken dat hij een zwaarwegend belang heeft om vanaf nu geen nieuw arbeidscontract aan te bieden.”
In dat geval zal de rechter de belangen van de werkgever om geen nieuw arbeidscontract aan te bieden afwegen tegen de belangen van de werknemer. In deze zaak viel er voor de rechter echter weinig af te wegen. De werkgever dacht simpelweg te kunnen volstaan met de opmerking dat hij conform de regels van de ketenregeling gehandeld had. Dat was volgens de rechter, na tien jaar een arbeidscontract aangeboden te hebben, echter onvoldoende.