Doorgaan naar artikel

Veilig verlonen in buitenland kán

Vorig jaar heette het een schijnconstructie, waar minister Asscher fel tegen van leer trok. Maar is werken met personeel van een buitenlands uitzendbureau echt altijd foute boel?

Vorige week meldde gfactueel.nl nog dat verlonen in het buitenland riskant is. Een van de aanbieders van in het buitenland verloonde uitzendkrachten is het Slowaakse bureau Lugera. De mensen van de Nederlandse vestiging van dit bureau reageerden de afgelopen week met een lijvig epistel waarin de voorwaarden en de voordelen van zo’n constructie uit de doeken worden gedaan. Niks riskant: A1-verlonen, zoals dit bureau het graag noemt, is gewoon legaal, mits aan een lijst van voorwaarden is voldaan.

Het buitenlandse bureau moet een KvK-nummer hebben in Nederland. Er moeten rechtsgeldige overeenkomsten zijn tussen de tuinder en het bureau en tussen het bureau en de uitzendkrachten.

Het bureau moet voor elke uitzendkracht een A1-formulier aanvragen, als bewijs voor sociale verzekering in het land van herkomst. Om een A1-verklaring te krijgen moet het bureau kunnen aantonen dat minstens de helft van de uitzendkrachten in eigen land aan het werk zijn. Ook moet het kunnen aantonen dat het netjes belasting en sociale premies betaalt. En de uitzendkrachten moeten in het land waar ze gaan werken hetzelfde betaald krijgen als andere krachten in gelijke functies: men komt met het A1-verlonen dus niet uit onder het Nederlands minimum loon en alle geldende cao-eisen voor de tuinbouw.

Verder moet het buitenlandse bureau loonheffing aan de Nederlandse fiscus betalen en maandelijks voor elke kracht een salarisstrook opmaken. Lugera heeft een en ander laten bevestigen door KPMG. Dit gerenommeerde bureau laat weten dat Lugera niet zomaar een bureautje met kantoor drie hoog achter is, maar wel het tweede uitzendbureau van Oost-Europa en dat het aan alle bovenstaande voorwaarden voldoet.

Maar in de brief van KPMG staat ook dat er geen rechten aan kunnen worden ontleend. Dus als het achteraf ergens toch net níét klopte, dan kan de inlener (lees: tuinder) toch de pineut zijn. Maar dat kan met Nederlandse uitzendbureaus ook. Ondernemen s nu eenmaal risico’s lopen.

Waar zit de winst

De winst die een tuinder maken kan zit hem in de meestal lagere sociale premies in het land van herkomst. Of dat nou euro’s per uur scheelt of inderdaad per saldo maar een krappe 30 cent per uur, dat is een rekensom die elke tuinder zelf zal kunnen maken als na gedane arbeid de eindafrekening opgesteld kan worden.

Een heel andere rekensom, met minder harde cijfers, is de afweging die elke tuinder moet maken tussen personeel van ver en van dichtbij. Gewoon in je moerstaal met je mensen kunnen praten. Je loonkosten gewoon in je eigen lokale economie houden. Geen gedoe met NEN-normen, certificeringen, identiteitsbewijzen controleren, KvK-nummers, btw wel of niet en dat soort gesnor. Een idyllisch plaatje van lang geleden? Of ook in deze eeuw haalbaar?

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin