De mogelijke risico’s van aardwarmteboringen nabij gaswinning zijn zeer beperkt.
Dat stelt de gemeente Westland. Toch is daar geen inzicht in de precieze onderzoeken die zijn uitgevoerd naar risico’s van gaswinning en aardwarmteprojecten voor projecten in Westland. Dat is een aangelegenheid van het ministerie van Economische Zaken en het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).
Volgens de gemeente Westland heeft de SodM eerder geconcludeerd dat in Zuid-Holland risico’s op aardbevingen zeer gering zijn, dankzij een stabiele ondergrond.
In het Westland vindt op vier plaatsen gaswinning plaats. Maar gaswinning en aardwarmtewinning is tot nu toe gescheiden en vinden dus niet gecombineerd plaats vanuit een zandsteenlaag op verschillende dieptes.
Extra onderzoek
Dat schrijft het college van burgemeester en wethouders op vragen van de PvdA over warmtewinning en gasboringen. Die vragen zijn gesteld nadat SodM in oktober extra onderzoek gelastte voor de start van een aardwarmteproject in Groningen, wegens mogelijke risico’s op aardbevingen. Volgens de gemeente zijn de risico’s in Groningen op aardbevingen veel groter dan in het Westland.
Breuklijnen
Op eerdere vragen van de PvdD in de provincie Zuid-Holland kondigde de provincie in augustus een onderzoek aan naar de impact van toekomstige aardwarmteprojecten op de omgeving. Met name de invloed van breuklijnen op de winning van aardwarmte wordt daarin onderzocht. De gemeente Westland maakt in haar antwoorden geen verwijzing naar dat onderzoek.
In Westland zijn vier aardgaswinningslocaties en vier operationele aardwarmtebronnen. Twee boringen zijn in ontwikkeling. Uit het overzicht van de gemeente blijkt dat in geen van de kernen zowel aardwarmte als gaswinning voorkomt.