De totale hoeveelheid imidacloprid nam af in de polders met veel glastuinbouw, volgens Hoogheemraadschap Delfland.
Maar deze afname wordt tenietgedaan door een gelijktijdige toename van vergelijkbare bestrijdingsmiddelen zoals thiamethoxam. Dat blijkt uit de waterkwaliteitsrapportage 2015 van Delfland. Het schap noemt de voortgang nog niet voldoende.
Voor jaargemiddeldes van aangetroffen gehaltes is de vervuiling met imidacloprid relatief snel teruggelopen sinds 2013. Dat jaar werd bij een kwart van de meetpunten toegestane gehaltes imidacloprid aangetroffen, vorig jaar was dat bij de helft van de meetpunten het geval. Wel trof het schap in april in Nootdorp extreem hoge waardes aan, wat duidt op een lozing.
2e generatie
Het schap ziet een relatie tussen de daling van overschrijdingen imidacloprid en een inperking van het gebruik. Dat leidt wel mogelijk tot een toename van het gebruik van stoffen uit de 2e generatie neonicotinoïden, bijvoorbeeld thiamethoxam.
Ondernemers die imidacloprid-middelen toepassen in hun teelt mogen afvalwater niet lozen of het water moet voor tenminste 99,5% gezuiverd zijn voor lozing in riool of oppervlaktewater. Deze voorwaarde voor het kopen van deze middelen geldt sinds augustus 2015.
Stappen
Het Hoogheemraadschap gaat de resultaten de komende weken presenteren aan gemeenten en tuinders. In de glastuinbouw moeten – ondanks verbeteringen op sommige punten – nog grote stappen gezet worden. “Lokaal worden gelukkig wel al enkele grote slagen gemaakt door intensieve samenwerking tussen tuinders en Delfland. Er is de afgelopen jaren, in gezamenlijkheid hard gewerkt, maar de resultaten blijven achter”, schrijft Delfland. Bijna alle glastuinbouwbedrijven zijn aangesloten op de riolering, maar de gemiddelde concentratie van de verontreinigingen in de sloot is niet gedaald. Het aantal aangetroffen bestrijdingsmiddelen is toegenomen.
Delfland wil door middel van samenwerking de inzet vergroten zodat eind 2021 100 procent van het gebied is doorgelicht.