Een lysimeter, vochtsensoren en modellen maken het in de grondteelt mogelijk om de emissie van meststoffen te beperken.
Tijdens een door LTO-Groeiservice georganiseerde bijeenkomst in het kader van het project ‘Water in de grondteelt’ werden onder andere ervaringen op praktijkbedrijven met de lysimeter en vochtsensoren in de bodem gedeeld. Volgens onderzoeker Wim Voogt van Wageningen UR glastuinbouw blijkt hieruit het gericht telen op minder drain (en daardoor op minder emissie van meststoffen en gewasbeschermingsresiduen) mogelijk met deze hulpmiddelen. Het is vooral een zaak van ervaring hiermee opdoen en trends uit de grafieken te volgen en hier het gietgedrag (tijdig) op aan te passen.
Door de watergift beter af te stemmen op wat het verdampingsmodel aangeeft, kan nauwkeuriger gegoten worden op basis van plantbehoefte. Continue meting met een vochtsensor op 30 centimeter diepte geeft de meeste informatie over veranderingen in het vochtgehalte van de bodem, als indicatie voor een verzadigde bovenlaag en overschotten (of juiste van tekorten) in de watergift. De sensor op 60 centimeter diepte in de proeven geeft alleen een bevestiging bij te veel uitspoeling.
De in eerste instantie gebruikte sensoren bleken niet bestand tegen de continu vochtige omstandigheden in de grond. Inmiddels wordt een verbeterde versie toegepast die geen last meer heeft van corrosie.
Natte telers
Voogt merkt dat telers grofweg in drie groepen in te delen zijn: bewust droog telende, nat telende en zoekende telers. Natte telers geven relatief veel water, door lokale teeltomstandigheden, maar ook om er zeker van te zijn dat ze op hun bedrijf nooit last kunnen krijgen van droge plekken en een ongelijke gewas. Soms is de cumulatieve drain wel 15 procent van de totale watergift gedurende de teelt. De meeste telers zitten in de categorie van de zoekers, die zich afvragen op welk moment en hoeveel ze het beste kunnen gieten. Voor beide categorieën telers kunnen een lysimeter, vochtsensoren, verdampingsmodellen en combinaties daarvan meer inzicht geven in de juiste watergeefstrategie. Voor droge telers, vaak vanwege specifieke teelteisen of de bodemgesteldheid, kunnen de meetresultaten helpen om niet te weinig water te geven.
Het grondstomen blijkt in de proefopstellingen een belangrijke bijdrage te leveren aan uitspoeling naar de ondergrond. Ook bleken stikstof-gehaltes onderin de grond vaak hoog.